Waarom zijn er zo weinigen
die christen worden en als christen leven?
Jezus zei: Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik
zal u rust geven; neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben
zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw
zielen (Matteüs 11:28 t/m 30).
Als christen leven, betekent rust hebben, vrede met God.
Hebben wij die rust en die vrede? Zo niet, misschien zijn wij nog niet
echt tot Jezus gegaan om van Hem te leren leven.
Eerst moet men christen worden om als christen te leven.
Men wordt niet als christen geboren. Een persoonlijke keuze is vereist. Onze ouders kunnen het niet voor ons
beslissen. Iedereen moet zelf beslissen Christus te volgen.
Maar wat houdt dit in?
Christen-worden betekent door Gods genade behouden worden
op basis van geloof in Jezus. Want alzo lief heeft God de wereld
gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder,
die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want
God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld
veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in
Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds
veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de
eniggeboren Zoon van God. Dit is het oordeel, dat het licht in de
wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben
dan het licht, want hun werken waren boos (Johannes 3:16 t/m 19).
Jezus is niet gekomen om de wereld te veroordelen want door de
zonde was de wereld reeds veroordeeld.
Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook
zonder wet verloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd
hebben, zullen door de wet geoordeeld worden (Romeinen 2:12).
Jezus heeft redding gebracht. Hij is gekomen om zijn leven te
geven als losprijs voor velen (Matteüs 20:28). De Zoon des mensen
is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden (Lucas 19:10).
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de
Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods
blijft op hem (Johannes 3:36).
Gehoorzaamheid is dus ook vereist om aan Gods toorn te
ontsnappen. Het geloof moet beleden worden, want met het hart
gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot
behoudenis (Romeinen 10:10).
Men moet zich bekeren en zich laten dopen. Bekeert u en een
ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot
vergeving van uw zonden, en gij zult de gave van de heilige Geest
ontvangen (Handelingen 2:38).
De mensen staan voor de keuze. Menigten, menigten
in het dal der beslissing, want nabij is de dag des HEREN in het dal der
beslissing (Joël 3:14).
Om als christen te leven, moeten wij een persoonlijke keuze
maken. Wij moeten door geloof en gehoorzaamheid christen worden.
Waarom leven zo weinigen als christen?
Wanneer Jezus zoveel heeft gedaan om redding mogelijk te
maken, waarom gaan zo velen toch verloren? Waarom zijn er zo
weinigen die als christen leven? Hiervoor zijn er meerdere oorzaken.
Door egoïsme leven velen niet als christen.
Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij
wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en
volge Mij (Matteüs 16:24). Voorwaar, voorwaar,
Ik zeg u, indien de graankorrel
niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij
sterft, brengt zij veel vrucht voort. Wie zijn leven liefheeft, maakt dat
het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het
bewaren ten eeuwigen leven (Johannes 12:24, 25).
Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven
verliest om Mijnentwil, zal het vinden (Matteüs 10:39).
Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het
verliezen, maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die
zal het vinden. Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele
wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens
geven in ruil voor zijn leven? (Matteüs 16:25, 26).[Zie ook Marcus
8:34 t/m 36 en Lucas 9:24, 25.]
Ieder, die zijn leven zal trachten te behouden, die zal het
verliezen, maar ieder, die het verliezen zal, die zal het vernieuwen
(Lucas 17:33).
Daar Jezus zijn leven voor ons heeft gegeven, vraagt Hij dat wij
ons leven prijsgeven om hem te dienen. Velen willen dit niet.
Door onboetvaardigheid leven velen niet als christen.
De meeste mensen weigeren zich te bekeren. Van zulke
mensen zei Paulus: Maar in uw weerbarstigheid en
onboetvaardigheid van hart hoopt gij u toorn op tegen de dag des
toorns (Romeinen 2:5).
Jezus stelde de bekering als voorwaarde tot redding:
Terzelfder tijd kwamen enigen tot Hem met het bericht over de
Galileeërs, wier bloed Pilatus met hun offers vermengd had. En Hij
antwoordde en zeide tot hen: Meent gij, dat deze Galileeërs grotere
zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat zij dit lot hebben
ondergaan? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen
evenzo omkomen (Lucas 13:1 t/m 3).
De Here talmt niet met de belofte, al zijn er die aan talmen
denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat
sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen (2
Petrus 3:9).
Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer
moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid
van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het
leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst om de
verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving
overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit
allerlei onreinheid (Efeziërs 4:17 t/m 19).
Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers,
schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards,
lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven. En
sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij hebt u laten afwassen,
maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam
van Jezus Christus en door de Geest van onze God (1 Korintiërs 6:9
t/m 11).
Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de
duivel, en hij zal van u vlieden. Nadert tot God en Hij zal tot u
naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die
innerlijk verdeeld zijt. Beseft uw ellende, treurt en weent; uw gelach
moet veranderen in treurigheid, en uw vreugde in neerslachtigheid.
Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen (Jakobus 4:7 t/m
10).
Door aardsgezindheid leven velen niet als christen.
Wereldsgezinden minachten het offer van Christus. Want velen
wandelen - ik heb het u dikwijls van hen gezegd, maar nu zeg ik het
ook wenende - als vijanden van het kruis van Christus. Hun einde is
het verderf, hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij
zijn aardsgezind (Filippenzen 3:19).
Wanneer mensen deze wereld tot hun god maken, worden ze
met blindheid geslagen: Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is
het bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen
de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het
schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van
Christus, die het beeld Gods is (2 Korintiërs 4:3, 4).
Door die blindheid denken zij dat Gods woord dwaas is: Want
het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een
dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht
Gods (1 Korintiërs 1:18).
Van christenen hebben zij ook geen hoge dunk. Erger nog, wij
zijn voor hen een stank! Indien wij als christen willen leven, moeten
wij het kunnen verdragen dat mensen met ons spotten en ons
vervolgen.
Maar God zij gedankt, die ons te allen tijde in Christus doet
zegevieren en de reuk van zijn kennis allerwegen door ons verspreidt,
want wij zijn voor God een geur van Christus onder hen, die gered
worden, en onder hen, die verloren gaan; voor dezen een doodslucht
ten dode, voor genen een levensgeur ten leven (2 Korintiërs 2:15,
16).
Wie geld liefheeft, kan niet als christen leven: Als wij echter
onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn. Maar
wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze
en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en
ondergang. Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht (1
Timoteüs 6:8, 9).
De oorlogvoering is ook een uiting van aardsgezindheid
waardoor velen verloren gaan, zoals Jezus Petrus waarschuwde:
Breng uw zwaard weder op zijn plaats, want allen, die naar het
zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen (Matteüs 26:52).
Aardsgezindheid leidt tot geestelijke onvruchtbaarheid: En een
ander deel zijn degenen, die in de dorens gezaaid worden: dit zijn zij,
die het woord horen, maar de zorgen van de wereld en het bedrog van
de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en
verstikken het woord en het wordt onvruchtbaar (Marcus 4:18, 19).
Door valse leer leven velen niet als christen.
Jezus waarschuwde: En vele valse profeten zullen opstaan en
velen zullen zij verleiden. En omdat de wetsverachting toeneemt, zal
de liefde van de meesten verkillen. Maar wie volhardt tot het einde,
die zal behouden worden (Matteüs 24:11 t/m 13).
Petrus waarschuwde dat onkundige en onstandvastige mensen
tot hun eigen verderf de schriften verdraaien (2 Petrus 3:16). Toch
zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u
valse leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen
binnensluipen (2 Petrus 2:1).
Mensen aanvaarden een dwaalleer door een tekort aan liefde voor de waarheid:
Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here [Jezus] doden
door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn
verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de
werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke
wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die
verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard
hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom
zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven,
opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben,
doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid
(2 Tessalonicenzen 2:8 t/m 12).
Waarom zijn er zo weinigen die als christen leven, al is Jezus
voor hen gestorven? Wegens egoïsme en wereldsgezindheid, weigeren
zij zich te bekeren. Doordat ze de liefde tot de waarheid verworpen
hebben, geloven ze de leugen waardoor ze verloren gaan.
Laten wij als christen leven.
Laten wij de smalle weg bewandelen: Gaat in door de enge
poort, want wijd is [de poort] en breed de weg, die tot het verderf
leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en
smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden
(Matteüs 7:13, 14).
Al hebben wij het soms moeilijk langs die weg, zal Jezus ons
helpen. Zoals Paulus zei, soms werd hij wel ter aarde geworpen, doch
niet verloren (2 Korintiërs 4:9).
Het heil van Christus reikt verder dan de dood: Zij zullen
sommigen van u doden, en gij zult door allen gehaat worden om mijns
naams wil. Doch geen haar van uw hoofd zal teloor gaan; door uw
volharding zult gij uw leven verkrijgen (Lucas 21:18).
Jezus zorgt voor zijn schapen: Mijn schapen horen naar mijn
stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, en Ik geef hun eeuwig leven en zij
zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze
uit mijn hand roven (Johannes 10:27, 28).
Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen, en wandelt in
de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft
overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende
reuk (Efeziërs 5:1, 2).
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here
Jezus Christus, die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, om ons
te trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze
God en Vader, aan wie de heerlijkheid zij in alle eeuwigheid! Amen
(Galaten 1:3 t/m 5).
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)