Hebt de HERE, uw God, lief
Jozua 23:11
Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart
en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht
(Deuteronomium 6:5).
Dit is het grote en eerste gebod volgens Jezus (Matteüs
22:38).
Wij worden bevolen God lief te hebben. Liefhebben is dus
een wilsdaad, iets dat wij kunnen doen of laten naar eigen
keuze.
De liefde is een deugd, de houding van iemand die ten
koste van zichzelf het voordeel van een ander verlangt en
actief behartigt. De liefde is bereid hard te werken, zich op te
offeren en te lijden in het belang van iemand anders. Zonder
liefde zijn alle andere deugden waardeloos (1 Korintiërs 13:1
t/m 3).
God is onze liefde waard.
Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad (1
Johannes 4:19).
Mannen en vrouwen zijn in Gods beeld geschapen
(Genesis 1:27). Al heeft dit beeld door de zonde veel glans
verloren, kunnen wij toch iets over Gods liefde vernemen door
de edelste hoedanigheden van de mens gade te slaan.
Onze eerste kennismaking met de liefde is door
menselijke verhoudingen. Een kind ondervindt liefde van zijn
moeder en vader, grootouders, andere familieleden, en
vrienden. Het leert anderen liefhebben.
Uit deze verhoudingen leert het ook iets over de liefde van
God.
Maar aanzienlijke kennis van Gods liefde is alleen wegens
openbaring beschikbaar. In de Schrift wordt Gods liefde
uitgelegd en in Gods omgang met de mensen aangetoond.
De ultieme betuiging van Gods liefde was het offer van
zijn Zoon aan het kruis om de mensen te verlossen: Hierin is
de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn
eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij
zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God
liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon
gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden
(1 Johannes 4:9, 10).
Toen God zijn volk het bevel gaf, Gij zult de HERE, uw
God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en
met geheel uw kracht hadden zij Gods liefde vele malen en op
vele wijzen ervaren. Hij mocht hun wederliefde verwachten.
Hoe kostelijk is uw goedertierenheid, o God; daarom
schuilen de mensenkinderen in de schaduw van uw vleugelen
(Psalm 36:8). Gedenk uw barmhartigheid, HERE, en uw
gunstbewijzen, want die zijn van eeuwigheid (Psalm 25:6).
Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart.
Oppervlakkige eredienst behaagt God niet. De meeste
godsdienstige praktijken op aarde zijn ijdele formaliteiten.
Ten tijde van Jesaja gold dit voor Israël. Straf was op
komst, Omdat dit volk Mij slechts met woorden nadert en met
zijn lippen eert, terwijl het zijn hart verre van Mij houdt
(Jesaja 29:13).
Ook in de tijd van Jezus was dit waar: Terecht heeft
Jesaja van u, huichelaars, geprofeteerd, zoals er geschreven
staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre
van Mij (Marcus 7:6).
Oppervlakkige of halfhartige aanbidding behaagt God niet.
Wij moeten God met gans ons hart liefhebben: met gevoel,
oprechtheid en toewijding.
Gij zult de HERE, uw God, liefhebben ... met geheel uw ziel.
Zelfs ons hart is niet voldoende. Wij moeten met gans ons
wezen God liefhebben. God-beminnen is niet iets voor nu en
dan. Liefde voor God doordringt onze ziel, is een wezenlijk deel
van ons bestaan, bepaalt wie wij zijn, en beïnvloedt alles wat
wij doen.
Paulus weidt hierover uit, Ik vermaan u dan, broeders,
met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen
stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw
redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld,
maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken,
opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede,
welgevallige en volkomene (Romeinen 12:1, 2).
Gij zult de Here, uw God, liefhebben ... met geheel uw
verstand (Matteüs 22:37).
Echte liefde voor God is op verstand gebaseerd. Wij
hebben God lief uit geheel het verstand (Marcus 12:33).
Paulus zegt, Ik zal bidden met mijn geest, maar ook
bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest,
maar ook lofzingen met mijn verstand (1 Korintiërs 14:15).
En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge
zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid (Filippenzen 1:9).
Onze liefde voor God moet geïnformeerd zijn. Wij hebben
God lief met ons verstand, met geheel ons verstand.
Gij zult de HERE, uw God, liefhebben .. met geheel uw
kracht.
Met al ons arbeidsvermogen moeten wij God liefhebben.
Hoewel de christenen te Efeze bleven volharden en valse
leraars hadden ontmaskerd, was hun liefde afgezwakt: Maar
Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk
dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeert u en doe
(weder) uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en
Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet
bekeert (Openbaring 2:4, 5). Let op dat liefde door werken
wordt aangetoond.
Lauwe liefde is niet voldoende. Jezus heeft de gemeente
te Laodicea gewaarschuwd: Ik weet uw werken, dat gij noch
koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan,
omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn
mond spuwen (Openbaring 3:15, 16).
Jezus zei, En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de
liefde van de meesten verkillen (Matteüs 24:12).
Onze liefde voor God moet op volle sterkte zijn.
Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart
en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel
uw kracht (Marcus 12:30).
God moet onze eerste liefde zijn.
Liefde voor God verdringt liefde voor zichzelf, geld, genot
en de wereld: Want de mensen zullen liefhebbers van zichzelf
zijn, liefhebbers van geld . met meer liefde voor genot dan
voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan
verloochend hebben (2 Timoteüs 3:2, 4, 5 - RD). Hebt de
wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de
wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem (1
Johannes 2:15).
Liefde voor God moet liefde voor familie overtreffen.
Jezus zei: Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet
waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet
waardig (Matteüs 10:37).
Wat betekent het om God lief te hebben?
Onze liefde voor God is een intens en innig gevoel van
bewondering en genegenheid.
Wij verlangen naar iemand die wij liefhebben: O God, Gij
zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees
smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water
(Psalm 63:2).
Wij willen in de nabijheid zijn van iemand die wij
liefhebben. Gods volk werd bevolen de HERE, uw God, lief te
hebben, naar zijn stem te luisteren en Hem aan te hangen
(Deuteronomium 30:20). Wie God liefheeft, is aan Hem
gehecht.
Hoewel wij van God de liefde leren kennen, is zijn liefde
voor ons anders dan onze liefde voor Hem. Zijn liefde voor ons
is soeverein en onverdiend. Onze liefde voor Hem is afhankelijk
en onderdanig. Hij is de Vader, wij zijn de kindjes. Hij is de
Herder, wij zijn de lammetjes.
Juicht de HERE, gij ganse aarde, dient de HERE met
vreugde, komt voor zijn aangezicht met gejubel. Erkent, dat de
HERE God is; Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe,
zijn volk, de schapen die Hij weidt. Gaat met een loflied zijn
poorten binnen, zijn voorhoven met lofgezang, looft Hem, prijst
zijn naam; want de HERE is goed, zijn goedertierenheid is tot in
eeuwigheid, en zijn trouw tot in verre geslachten (Psalm 100:1
t/m 5).
Wij verheugen ons in iemand die wij liefhebben. Maar
verheugen zullen zich allen die bij U schuilen, altoos zullen zij
jubelen, daar Gij hen beschermt, en in U zullen juichen wie uw
naam liefhebben (Psalm 5:12).
Wie God liefheeft, wil Hem voor zijn goedheid prijzen en
danken. Laten in U jubelen en zich verheugen allen die U
zoeken; laten wie uw heil liefhebben, bestendig zeggen: De
HERE is groot! (Psalm 40:17).
Hoe tonen wij onze liefde voor God?
Hoewel de liefde onzichtbaar is, wordt alles wat wij doen
daardoor beïnvloed. Laat alles bij u in liefde toegaan (1
Korintiërs 16:14).
Iemand die wij liefhebben, willen wij dienen. Een zegen
wachtte Gods volk, Indien gij nu aandachtig luistert naar de
geboden, die ik u heden opleg, zodat gij de HERE, uw God,
liefhebt en Hem dient met uw ganse hart en uw ganse ziel
(Deuteronomium 11:13). Dus, wie God met hart en ziel
liefheeft, zal God met hart en ziel dienen.
Uit liefde gehoorzamen wij God graag: Gij zult de HERE,
uw God, liefhebben en alle dagen zijn dienst, zijn inzettingen,
zijn verordeningen en zijn geboden in acht nemen
(Deuteronomium 11:1).
Toen Jozua de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam
Manasse terug naar hun erfdeel aan de oostelijke kant van de
Jordaan stuurde, vermaande hij hen: Alleen, volbrengt zeer
nauwgezet het gebod en de wet, welke Mozes, de knecht des
HEREN, u geboden heeft: dat gij de HERE, uw God, zoudt
liefhebben, in al zijn wegen wandelen, zijn geboden
onderhouden, Hem aanhangen, en Hem dienen met geheel uw
hart en met geheel uw ziel (Jozua 22:5).
Toen Jozua oud was en afscheid van het volk nam, zei hij:
Neemt u zorgvuldig in acht en hebt de HERE, uw God, lief
(Jozua 23:11).
Jezus zegt aan zijn volgelingen: Wanneer gij Mij liefhebt,
zult gij mijn geboden bewaren (Johannes 14:15). Indien
iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren (Johannes
14:23).
Johannes verklaart: Want dit is de liefde Gods, dat wij
zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar
(1 Johannes 5:3). Wanneer wij God met gans ons hart
liefhebben, gehoorzamen wij Hem graag. En dit is de liefde,
dat wij naar zijn geboden wandelen (2 Johannes 6).
Met iemand die wij liefhebben, willen wij communiceren.
Wij spreken tot God in gebed en luisteren naar zijn woord in de
Schrift. Jezus zei, Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik
ken ze en zij volgen Mij (Johannes 10:27).
Iemand die wij liefhebben, willen wij kennen en door die
willen wij ook gekend zijn. Heeft iemand God lief, dan is deze
door Hem gekend (1 Korintiërs 8:3). Wie niet liefheeft, kent
God niet, want God is liefde (1 Johannes 4:8).
Met iemand die wij liefhebben, willen wij in gemeenschap
zijn. Christenen tonen hun liefde voor God door op de eerste
dag van de week (Handelingen 20:7) rond de tafel des Heren
samen te komen om gemeenschap met het bloed van
Christus en gemeenschap met het lichaam van Christus te
hebben (1 Korintiërs 10:16).
Wat hebben wij geleerd?
En u zult de Heer, uw God, liefhebben met heel uw hart
en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw
kracht. Dit is het eerste gebod (Marcus 12:30 HSV).
God is onze liefde waard. Wij hebben Hem lief omdat Hij
ons eerst heeft liefgehad. Uit menselijke verhoudingen leren wij
iets over de liefde van God, maar aanzienlijke kennis van Gods
liefde wordt alleen door de Schrift verworven. Oppervlakkige of
halfhartige aanbidding behaagt God niet. Wij geven onze
lichamen als levende offers aan God. God moet onze eerste
liefde zijn. God kunnen wij niet liefhebben indien wij zichzelf,
geld, genot of de wereld liefhebben. Liefde voor God moet
groter zijn dan liefde voor familie.
Onze liefde voor God is een intens en innig gevoel van
bewondering en genegenheid. Wie God liefheeft, is aan Hem
gehecht.
Wij tonen onze liefde voor God door Hem te dienen en te
gehoorzamen. Wij spreken tot God in gebed en luisteren naar
zijn woord in de Schrift. Christenen tonen hun liefde voor God
door iedere eerste dag van de week rond de tafel des Heren te
vergaderen om aan het lichaam en bloed van Christus deel te
hebben. Onze ziel verlangt naar God. Wij verheugen ons in
Hem en verheerlijken zijn heilige naam. Amen.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)