“Laat u redden uit dit verkeerd geslacht”
(Handelingen 2:40)

Petrus beschrijft zijn geslacht als verkeerd. De grondbetekenis van het Grieks woord [σκολιός] is scheef, niet recht. Figuurlijk verwijst het naar iets dat anders is dan wat het zou moeten zijn. Het beschrijft gedrag dat corrupt, ontaard en onzedelijk is.

Is ons geslacht corrupt, ontaard en onzedelijk, anders dan wat het zou moeten zijn? “Wij weten, dat ... de gehele wereld in het boze ligt” (1 Johannes 5:19). De oproep van Petrus is zeker nog van toepassing: “Laat u redden uit dit verkeerd geslacht!”


Nemen wij deel aan dit verkeerd geslacht?

Wij zijn daarin geboren en daarvoor medeverantwoordelijk. Niemand van ons is wat wij zouden moeten zijn, “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23).

“Uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God” (Jesaja 59:2).


Hoe kunnen wij uit dit verkeerd geslacht gered worden?

Redding is mogelijk uit Gods genade door Jezus Christus: “De behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden” (Handelingen 4:12).

Door Jezus kunnen onze zonden vergeven worden. Toen de toehoorders van Petrus hem vroegen, “Wat moeten wij doen?” antwoordde hij: “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden” (Handelingen 2:38).


Wij moeten ons bekeren om gered te worden.

Ons bekeren, is spijt voor onze zonden hebben, ons van een zondige levenswandel afwenden, en God de eerste plaats in ons leven geven door van dag tot dag Zijn wil te doen.

Jezus is gekomen om zondaars tot bekering te roepen (Matteüs 9:13). Hij zei dat iedereen zich moet bekeren of verloren gaan (Lucas 13:3). Hij zei “dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving van de zonden aan alle volken” (Lucas 24:47).


Wij moeten ons laten dopen om gered te worden.

“Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden” (Handelingen 2:38).

Petrus zei, “Een ieder van u late zich dopen.” Jezus gaf zijn volgelingen de opdracht: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden” (Marcus 16:15, 16).

De christelijke doop is een begrafenis. Met Christus zijn wij begraven in de doop (Kolossenzen 2:12). Het Grieks woord voor doop betekent onderdompeling. Velen menen dat zij gedoopt zijn wanneer zij nooit echt “begraven met Christus” werden. Hun zogenaamde doop was geen onderdompeling.

De christelijke doop is tot vergeving van zonden. De doop van velen is niet geldig - al waren zij ondergedompeld - doordat zij niet tot vergeving van zonden werden gedoopt.

De vergeving komt door de offerdood van Jezus, “die ons liefheeft en ons uit onze zonden verlost heeft door zijn bloed” (Openbaring 1:5). Bij de doop worden onze zonden afgewassen (Handelingen 22:16).

Door de doop worden wij met de dood van Christus verenigd: “Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen” (Romeinen 6:3, 4).

Bij de doop worden wij gered doordat die een onderdanige deelname is aan de dood, begrafenis en opstanding van Christus. Bij de doop vindt de geestelijke wedergeboorte plaats. Wij worden “uit water en Geest” geboren (Johannes 3:4, 5).

“Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden” (Kolossenzen 1:13, 14). God redt ons uit dit verkeerd geslacht door genade wanneer wij in de naam van Jezus Christus tot vergeving van zonden worden gedoopt.

Tijdens de zomer van 1961, nadat ik afgestudeerd was, nam ik deel aan twee evangelisatie campagnes in het westen van Canada. Wij werkten één maand in Salmon Arm, British Columbia en één maand in Edmonton, Alberta.

Op een zaterdag in Salmon Arm nodigden broeder en zuster Armstrong ons uit naar hun zomerhuis aan Shuswap Lake.1

Zij vertelden ons over hun bekering tot Christus. Zij woonden in California waar broeder Armstrong verzekering verkocht. Hij was lid van de Million Dollar Round Table, een beroepsvereniging van mensen die minstens miljoen dollar verzekering per jaar verkopen.

Aangezien zij al jaren actieve leden van een Baptistenkerk waren, was broeder Armstrong geërgerd toen leden van de gemeente van Christus suggereerden dat hij nog geen christen was doordat hij in de Baptistenkerk niet tot vergeving van zonden werd gedoopt.2

Om hun ongelijk te kunnen bewijzen, besloot broeder Armstrong dat de volgende zomer, wanneer zij naar hun zomerhuis in Canada met vakantie gingen, hij een grondige studie zou maken van wat in de bijbel over de redding staat. Hij studeerde aan een tafel bij een groot raam met een zicht op het meer en de bergen.

Zuster Armstrong zei dat zij zich de dag herinnerde, nadat zij twee weken gestudeerd hadden, toen broeder Armstrong plotseling opstond en begon heen en weer te lopen.

Zijn bijbel lag open bij Handelingen 2:38. “En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.”

Hij pakte zijn bijbel op, las die tekst nogmaals, legde zijn bijbel neer en begon heen en weer te lopen. Toen riep hij uit: “Dat is toch wat er staat! Laat u dopen tot vergeving van uw zonden!”

Al jaren kende hij die tekst uit zijn hoofd, maar het was hem nooit echt opgevallen wat er stond.

De volgende dag reden zij 700 kilometer naar de dichtstbijzijnde gemeente van Christus die zij kenden om zich tot het lichaam van Christus te laten dopen. Er waren gemeenten veel dichter bij, maar die kenden ze niet.


Christenen zijn lichten in dit verkeerd geslacht.

Blijft “uw behoudenis bewerken met vreze en beven, want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt. Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende” (Filippenzen 2:12 t/m 16).

Onze behoudenis bewerken, betekent niet dat wij onze behoudenis verdienen, maar dat wij die invullen, ontplooien tot haar bedoelde volheid. Dit is niet gemakkelijk “te midden van een ontaard en verkeerd geslacht.” Gods hulp hebben wij nodig. Hij werkt in ons terwijl wij het woord des levens vasthouden. Bij de doop ontvangen wij de gave van de Heilige Geest (Handelingen 2:38).

Paulus beschrijft dit ontluikende proces: “Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God. Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de macht zijner heerlijkheid tot alle volharding en geduld, en dankt gij met blijdschap de Vader, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht” (Kolossenzen 1:9 t/m 12).

Wij zijn geroepen om “lichtende sterren in de wereld” te zijn, “onberispelijk en onbesmet”, “onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht.”


Wat hebben wij geleerd?

Het evangelie van Christus roept iedereen op: “Laat u redden uit dit verkeerd geslacht.” “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.” Vergeving van zonde is mogelijk door geloof in Christus. Wij moeten ons bekeren en ons leven aan God wijden. Wanneer wij Gods bevel gehoorzamen en ons tot vergeving van zonden laten dopen, worden wij uit de duisternis van dit verkeerd geslacht overgebracht in het Koninkrijk van Gods Zoon, de gemeente van Christus.

Met Gods hulp ontplooien wij dan ons heil met vrees en beven om onberispelijke kinderen van God te worden te midden van een ontaard en verkeerd geslacht.
Amen.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Eindnota’s


1 Shuswap is een H-vormig bergmeer in British Columbia met 1000 km kustlijn.

2 Evangelische gemeenten dopen niet tot vergeving van zonden zoals in Handelingen 2:38 wordt bevolen. Zij dopen door onderdompeling en alleen gelovigen, maar slechts als symbool dat men reeds behouden is, niet als vereiste voor redding. Zij geloven in “redding door geloof alleen” hoewel Jakobus 2:24 het tegendeel leert.

Published in The Old Paths Archive
http://www.oldpaths.com