“Eén Here, één geloof, één doop” (Efeziërs 4:5)

Er is “één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen” (Efeziërs 4:4 t/m 6).

Er is één Heer.

Het Grieks woord dat als “heer” wordt vertaald, duidt op iemand die gezag over anderen heeft. Wie is de ene Heer? Jezus Christus “is aller Heer” (Handelingen 10:36). Eens vroeg Hij Zijn toehoorders: “Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg?” (Lucas 6:46). Na zijn opstanding zei Jezus, “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde” (Matteüs 28:18). Ook de Vader is Heer: “De Here, onze God, de Almachtige, regeert” (Openbaring 19:6 RD). En “De Here nu is de Geest” (2 Korintiërs 3:17). Aangezien er één Heer is en alle drie “Heer” worden genoemd, is de ene Heer met gezag over alle mensen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Om het ene lichaam, de gemeente van Christus, te zijn en om het ene geloof te hebben, moeten wij ons aan het gezag van de ene Heer onderwerpen, die door de heilige Schrift het evangelie aan ons heeft bekendgemaakt: “Thans geopenbaard en door profetische schriften volgens bevel van de eeuwige God tot bewerking van gehoorzaamheid des geloofs bekendgemaakt onder alle volken” (Romeinen 16:26).

Er is één geloof.

Het ene geloof is het “geloof in onze Here der heerlijkheid, Jezus Christus” (Jakobus 2:1), “het geloof aan het evangelie” (Filippenzen 1:27), “het geloof der uitverkorenen Gods” (Titus 1:1), het geloof dat wij gehoorzamen (Handelingen 6:71), het geloof waarin wij “wel gegrond en standvastig” blijven (Kolossenzen 1:232), het geloof waarin wij “bevestigd” worden (Handelingen 16:53), het geloof waarin wij staan (1 Korintiërs 16:13), het geloof waarin wij eenheid hebben (Efeziërs 4:13), “het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is” en waarvoor wij “tot het uiterste strijden”! (Judas 1:3).

Jammer genoeg zijn er duizenden valse geloven in deze wereld, namaak geloven van menselijke oorsprong.

Maar er is slechts één waarachtig geloof, het geloof van de gemeente van Christus, ook de leer van Christus genoemd. “Een ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet; wie in die leer blijft, deze heeft zowel de Vader als de Zoon” (2 Johannes 9). Paulus schreef: “Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, [u] een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt! (Galaten 1:8). Van het ene geloof mogen wij niet afwijken.

Er is één doop.

De ene doop (en de enige geldige doop) is de doop van het ene geloof, de doop die door de ene Heer voorgeschreven is en die door het ene lichaam, de gemeente van Christus, toegepast wordt. “Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt” (1 Korintiërs 12:13).

Jammer genoeg zijn er vele valse vormen van doop die door valse geloven worden toegepast. Iedere vorm van doop die anders is dan de ene doop van het ene geloof is niet geldig doordat die niet op gezag van de ene Heer plaatsvindt.

Miljoenen denken dat zij gedoopt zijn, wanneer zij niet gedoopt zijn. Zij werden door de satan bedrogen. Hij wil dat mensen denken dat ze gered zijn wanneer zij niet gered zijn doordat hun doopsel niet de ene doop was die door de ene Heer voorgeschreven is.

De babydoop, bij voorbeeld, is niet de ene doop doordat die niet op basis van het eigen geloof en bekering van de dopeling gebeurt. Jezus zei, “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden” (Marcus 16:16).

De ene doop is een begrafenis, een onderdompeling in water. Bij de bekering van de kamerling lezen wij: “En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? [En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is.] En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap” (Handelingen 8:36 t/m 39).

De ene doop is een begrafenis in water waardoor wij met de dood, begrafenis en opstanding van Jezus worden verenigd: “Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn” (Romeinen 6:3 t/m 6).

De ene doop is een onderdompeling in water, maar niet iedere onderdompeling is de ene doop. De onderdompeling bij voorbeeld die door Baptisten, Evangelischen en Pinkstergemeenten wordt toegepast, is niet de ene doop doordat zij niet “tot vergeving van zonden” dopen en doordat zij niet geloven dat “de gave van de heilige Geest” bij de doop wordt ontvangen. Hun vorm van doop is strijdig met wat Petrus heeft bevolen: “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave van de heilige Geest ontvangen” (Handelingen 2:38). Evenmin dopen zij tot het ene lichaam, de gemeente van Christus, zoals Paulus verklaart: “Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt” (1 Korintiërs 12:13).

Alle vormen van doop die van de ene doop afwijkingen, zijn niet geldig doordat zij geen deel van het ene geloof uitmaken en doordat zij niet in onderwerping aan de ene Heer plaatsvinden.

Er is “één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen” (Efeziërs 4:4 t/m 6). Laten wij zeker zijn dat wij ons aan de ene Heer onderwerpen, dat ons geloof het ene geloof is, en dat onze doop de ene doop is. Amen.
Roy Davison

Eindnota’s:
1 Zie ook Romeinen 1:5; 16:26
2 Zie ook Handelingen 14:22
3 Zie ook Kolossenzen 2:7

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Published in The Old Paths Archive
http://www.oldpaths.com