Hoe behoren gelovigen met risico om te gaan?

God leert ons in de Schrift hoe wij met risico's moeten omgaan.


Wij zijn onderhevig aan het toeval.

Salomo zei: “Wederom zag ik onder de zon, dat niet de snelsten de wedloop winnen, noch de sterksten de strijd, noch ook de wijzen het brood, noch ook de schranderen de rijkdom, noch ook de verstandigen de gunst, want tijd en toeval treffen hen allen. Want ook de mens kent zijn tijd niet, evenmin als de vissen, die in het verraderlijke net gevangen worden, evenmin als de vogels, die in het klapnet gevangen worden. Evenals zij worden de mensenkinderen verstrikt ten tijde des kwaads, als dit hen plotseling overvalt” (Prediker 9:11, 12).

“Tijd en toeval treffen hen allen.” Het leven brengt risico's met zich mee, en de Schrift zegt hoe wij met deze risico's moeten omgaan.


Wij zijn aansprakelijk voor vermijdbare risico's.

“Wanneer gij een nieuw huis bouwt, dan zult gij aan uw dak een borstwering maken, opdat gij geen bloedschuld over uw huis brengt, als er iemand af valt” (Deuteronomium 22:8).

De meeste huizen in die tijd hadden platte daken die als woonruimte werden gebruikt. Een muur rond de rand van het dak was nodig om te voorkomen dat mensen eraf zouden vallen.

Liefde voor onze medemensen motiveert ons om de omstandigheden zo veilig mogelijk te maken. Als wij in een gevaarlijke situatie geen redelijke veiligheidsmaatregelen nemen, zijn wij moreel en soms zelfs wettelijk verantwoordelijk voor daaruit voortvloeiende schade of verlies van leven.

Eens toen ik langs een landelijke baan reed, zag ik opeens een kindje - amper groot genoeg om te lopen - midden in de baan staan! Ik stopte, nam hem bij de hand en zij: “Kom! Ik neem je naar je moeder!” Toen ik om het huis ging, reageerde zijn moeder eerst heel negatief. Iemand had haar kindje bij de hand! Ik legde uit dat hij midden in de weg stond.

Gelukkig zag ik dat jongetje op de weg en kon stoppen. Maar wat als ik niet kon stoppen doordat ik roekeloos was, en te hard reed?

Zelfs als je heel voorzichtig rijdt, kunnen er erge dingen gebeuren. Een keer schoot 's nachts in Nederland een fietser plotseling voor onze auto. Hij moest voorrang verlenen maar deed dat niet. In het donker zag ik hem helemaal niet tot hij voor de auto was. Door heel hard te remmen, raakte ik hem net niet.

Ik ken een broeder in Christus wiens vrouw, zus en twee kinderen allemaal omkwamen toen zij een weg overstaken. Zij werden aangereden door twee tienerjongens die aan het racen waren. Met hoge snelheid kwamen hun auto's over de heuvel, zij aan zij op beide rijstroken.


Jezus leert Zijn volgelingen om onnodige risico's te vermijden.

“Wees vriendelijk jegens uw tegenpartij, tijdig, terwijl gij nog met hem onderweg zijt, opdat uw tegenpartij u niet aan de rechter overlevere en de rechter aan zijn dienaar en gij in de gevangenis wordt geworpen. Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar voorzeker niet uitkomen, voordat gij de laatste penning hebt betaald” (Mattheüs 5:25, 26).

“Of, welke koning, die tegen een andere koning wil optrekken om met hem tot een treffen te komen, zet zich niet eerst neder om te beraadslagen, of hij in staat is met tienduizend man iemand te ontmoeten, die met twintigduizend tegen hem optrekt? En zo niet, dan zendt hij, als de ander nog veraf is, een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden” (Lucas 14:31, 32).


Risico's rechtvaardigen luiheid niet.

“De luiaard zegt: Een roofdier op de weg! een leeuw op straat!” (Spreuken 26:13). Dit heeft eigenlijk weinig met risico's te maken. Een fictieve of overdreven risico wordt aangewend als excuus om niet te gaan werken.

In de gelijkenis van de talenten verwacht de meester dat zijn dienaren met de toevertrouwde middelen handel drijven, wat met risico's gepaard gaat. De meester zei aan de man die zijn talent in de grond verborg: "Gij slechte en luie slaaf" (Matteüs 25:26).

Risico's mogen niet worden misbruikt als excuus om niets te doen.


Diversificatie vermindert het risico.

“Wie steeds op de wind let, zal niet zaaien; en wie steeds naar de wolken ziet, zal niet maaien. Zoals gij de weg van de wind evenmin kent als het gebeente in de schoot van een zwangere vrouw, zomin kent gij het werk van God, die alles maakt. Zaai uw zaad in de morgen en laat uw hand tegen de avond niet rusten, want gij weet niet, of het ene gelukken zal of het andere, dan wel of beide tezamen goed zullen zijn” (Prediker 11:4 t/m 6).


Gods voorzienigheid rechtvaardigt roekeloosheid niet.

In Psalm 91 wordt "Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste” is, prachtige beloften van bescherming gegeven. De duivel paste de verzen 10 t/m 12 verkeerd toe om Christus te verzoeken. “Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan naar beneden; er staat immers geschreven: Aan zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande u, en op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. Jezus zeide tot hem: Er staat ook geschreven: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken” (Mattheüs 4:5 t/m 7).

Soms wordt een voorzichtige gelovige door hoogmoedigen bekritiseerd omdat hij volgens hen “niet genoeg geloof heeft".

Volledig vertrouwen in Gods beloften, betekent geenszins dat wij onvoorzichtig mogen zijn: “De schrandere ziet het onheil en bergt zich, maar de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten” (Spreuken 22:3). Uit deze passage leren wij dat het dwaas is om risico's te negeren, dat een wijs persoon risico's voorziet en vermijdt, en dat het nalaten hiervan slechte gevolgen heeft.

Het bidden om bescherming is nodig en nuttig. Tegelijkertijd verwacht God van ons dat wij maatregelen nemen om het risico te beperken! Jezus waarschuwde Zijn volgelingen om uit Jeruzalem te vluchten om de belegering van de stad te vermijden (Lukas 20:20, 21).


Tegenslag betekent niet dat God ons afkeurt.

Jobs zogenaamde vrienden dachten dat de verschrikkelijke dingen die hem waren overkomen, betekenden dat hij een geheime zonde had begaan waarvoor God hem strafte.

Dit was niet waar, omdat Jobs rechtschapenheid net de reden was dat hij zo zwaar op de proef werd gesteld!


Christenen riskeren hun leven om anderen te redden.

Een christelijk meisje dat ik op de universiteit kende, stierf omdat zij terugging in hun brandend huis om haar broertje te proberen te redden.

Paulus schreef: “Groet Prisca en Aquila, mijn medearbeiders in Christus Jezus, mensen, die voor mijn leven hun hals gewaagd hebben” (Romeinen 16:3, 4).


Christenen riskeren hun leven om Christus te volgen.

Jezus zei: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden” (Matteüs 16:24, 25).
Barnabas en Paulus waren “mensen, die hun leven hebben overgehad voor de naam van onze Here Jezus Christus” (Handelingen 15:26).


Wat hebben wij geleerd?

God leert ons hoe wij met risico's moeten omgaan:
- Wij zijn aansprakelijk voor vermijdbare risico's.
- Jezus leert ons onnodige risico's te vermijden.
- Risico's rechtvaardigen geen luiheid.
- Diversificatie vermindert risico's.
- Gods voorzienigheid rechtvaardigt geen roekeloosheid.
- Tegenslag betekent niet dat God ons afkeurt.
- Christenen riskeren hun leven om anderen te redden.
- Christenen riskeren hun leven om Christus te volgen.
Amen.
Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap.

Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)