Zij aanbaden de draak
De mensen hebben een sterke drang om te
aanbidden. Wanneer zij God niet aanbidden, dan aanbidden zij iemand
of iets anders.
De Schrift leert dat wij uitsluitend God mogen aanbidden. Wij worden ook gewaarschuwd tegen valse vormen van aanbidding.
Geld mogen wij niet
aanbidden.
“Gij kunt niet God dienen èn Mammon” (Matteüs 6:24). Mammon is de god van het geld. Vele jaren geleden, toen een zuster in Brussel en man een traktaat wilde geven, gaf hij zijn portefeuille een klopje en zei, “Dit is mijn god.” Velen zijn er die geld aanbidden zonder dat ze het zo grif toegeven. Mammon is een populaire god in onze maatschappij. Rijkdom mogen wij niet aanbidden.
Beelden of iconen mogen wij niet
aanbidden.
“Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas
geworden, en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God
vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk
mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. Daarom
heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid, zodat
bij hen het lichaam onteerd wordt. Zij immers hadden de waarheid
Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend
boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid”
(Romeinen 1:22 t/m 25).
Het vereren van beelden is het aanbidden van boze
geesten. “Daarom dan, mijn geliefden, ontvlucht de afgoderij!
... Wat wil ik hiermede dan zeggen? Dat een afgodenoffer iets is,
of dat een afgod iets is? Integendeel, dat hun offeren een offeren
is aan boze geesten en niet aan God en ik wil niet, dat gij in
gemeenschap komt met de boze geesten” (1 Korintiërs
10:14, 19, 20). “En wie van de mensen overgebleven waren, die
niet gedood waren door deze plagen, bekeerden zich toch niet van de
werken hunner handen, om de boze geesten niet (meer) te aanbidden
en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet
kunnen zien, noch horen of gaan” (Openbaring
9:20).
Wanneer heidenen, Katholieken, of leden van Orthodoxe of Koptische kerken beelden of iconen vereren, zijn zij eigenlijk, volgens het woord van God, boze geesten aan het aanbidden.
Mensen mogen wij niet
aanbidden.
“En toen het geschiedde, dat Petrus binnentrad, kwam Cornelius hem tegemoet, viel hem te voet en bewees hem hulde. Maar Petrus richtte hem op en zeide: Sta op, ik ben zelf ook een mens” (Handelingen 10:25, 26). Dit bewijst dat de paus geen opvolger van Petrus is. Petrus stond niet toe dat mensen voor hem zouden knielen. Petrus heeft zich niet verhoogd; hij zat niet op een verheven troon als plaatsvervanger van Christus om eer te ontvangen die alleen God toekomt.
Het vereren van 'heiligen' is ook een vorm van mensenaanbidding. Godsdienstige leiders, politieke leiders, sportsmensen en popsterren worden ook door sommigen aanbeden. Mensen mogen wij niet aanbidden.
Engelen mogen wij niet
aanbidden.
“En ik, Johannes, ben het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik ze gehoord en gezien had, wierp ik mij neder voor de voeten van de engel, die ze mij toonde, om te aanbidden. Maar hij zeide tot mij: Doe dat niet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broederen, de profeten, en van hen, die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God!” (Openbaring 22:8, 9 zie ook 19:10). “Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid en engelenverering” (Kolossenzen 2:18).
De satan mogen wij niet
aanbidden.
“Wederom nam de duivel Hem mede naar een
zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en
hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven,
indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem:
Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult
gij aanbidden en Hem alleen dienen” (Matteüs 4:8 t/m
10).
Satan probeerde Jezus te overhalen om hem te
aanbidden. De satan wil ons ook verleiden om hem te
aanbidden.
Sommige mensen aanbidden de satan
rechtstreeks. Immorele daden komen in hun rituelen
gewoonlijk voor, dikwijls spotten zij openlijk met Christus, en
soms worden kinderen verminkt en vermoord bij satanische
rituelen.
Hoewel er weinigen zijn die de satan rechtstreeks
aanbidden, zijn er miljoenen die de satan onrechtstreeks
aanbidden. “Wij weten, dat ... de gehele wereld in het boze
ligt” (1 Johannes 5:19). Johannes spreekt hierover in de
Openbaring. Ter verduidelijking, de draak stelt de duivel voor
(Openbaring 12:9). En beesten stellen wereldheersers voor
(Daniël 7:23).
“En ik zag uit de zee een beest opkomen met
tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op
zijn koppen namen van godslastering. En het beest, dat ik zag, was
een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil
als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn
troon en grote macht. En (ik zag) één van zijn koppen
als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele
aarde ging het beest met verbazing achterna, en zij aanbaden de
draak, omdat hij aan het beest de macht gegeven had, en zij
aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie
kan er oorlog tegen voeren?” (Openbaring 13:1 t/m
4).
Via leiders, heersers, regeringen en
organisaties, haalt satan de mensen over om hem onrechtstreeks te
aanbidden. Over dit beest zegt Johannes verder: “En hem werd
een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en
hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen.
En (het beest) opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn
naam te lasteren en zijn tent en hen, die in de hemel wonen. En hem
werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te
overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en
taal en volk. En allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest)
aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des
levens van het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging van de
wereld” (Openbaring 13:5 t/m 8).
Let op dat iedereen op aarde òf God
òf satan aanbidt (via het beest). Er is geen
middenweg.
Het eerste beest heeft een metgezel: “En ik
zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als
die van het Lam, en het sprak als de draak. En het oefent al de
macht van het eerste beest voor diens ogen uit. En het bewerkt, dat
de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest zullen
aanbidden, welks dodelijke wond genezen was” (Openbaring
13:11, 12).
Dit is een godsdienstig beest. Hij lijkt
op Christus, maar hij spreekt als de duivel. Later wordt hij 'de
valse profeet' genoemd (Openbaring 16:13; 19:20;
20:10).
“En het doet grote tekenen, zodat het zelfs
vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van
de mensen. En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de
tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest.
En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld
moeten maken voor het beest, dat de wond van het zwaard had en
(weer) levend geworden is. En hem werd gegeven om aan het beeld van
het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook
zou spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet
aanbaden, gedood werden” (Openbaring 13:13 t/m
15).
Wij hebben gelezen dat iedereen op aarde
òf God òf het eerste beest aanbidt, het beest dat
wereldse heerschappij voorstelt. Dit tweede, godsdienstig beest
verleidt mensen om het eerste beest te aanbidden. Hij maakt een
sprekend beeld van het eerste beest. Velen aanbidden stenen
beelden. Maar hier is een sprekende afgod. Dit beest gebruikt
politieke macht op godsdienstig gebied om de mensen te
bedriegen.
Wat betekent dit? Toen twee van de discipelen van
Jezus politieke macht in Gods koninkrijk wilden hebben, zei Jezus
hun: “Gij weet, dat de regeerders der volken heerschappij
over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het
onder u niet” (Matteüs 20:25, 26). In de gemeente van
Christus is er dus niemand die heerschappij over zijn
geloofsgenoten voert.
Wij mogen uitsluitend God aanbidden. Hoewel wij
aan gezagsdragers de gepaste eerbied tonen (Romeinen 13:1), mogen
wij geen politieke systemen verheerlijken, of ze nu wereldse of
godsdienstige instellingen zijn, want het is net door zulke
organisaties dat de satan iedereen overhaalt om hem te aanbidden,
uitgenomen wie in het boek des levens staat.
Sommigen menen dat dit tweede beest (de valse
profeet) de Rooms-Katholieke Kerk voorstelt. En er zijn inderdaad
vele overeenkomsten. Toch moet de valse profeet meer voorstellen
dan alleen de Rooms-Katholieke Kerk, want dit beest haalt allen
behalve de verlosten over om het eerste beest te
aanbidden.
Dus moet het zijn dat de valse profeet ergens
alle vormen van valse godsdienst op aarde voorstelt. Aangezien
aanhangers van valse godsdiensten zich aan Gods gezag niet
onderwerpen en niet door Gods Geest worden geleid, moeten zij
wereldse vormen van leiding oprichten. Alle mensen van wie de namen
niet in het boek des levens staan, volgen een of andere leiding
behalve Christus en volgen dus onrechtstreeks de
satan.
U herinnert zich dat Jezus zei: “Gij weet,
dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de
rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het onder u niet”
(Matteüs 20:25, 26).
Volgelingen van Christus oefenen geen macht uit
over elkaar.
Wij moeten God in Geest en in waarheid aanbidden
(Johannes 4:24); wij moeten leden zijn van het lichaam van Christus
(1 Korintiërs 12:27), wij moeten bij de gemeente horen die
Jezus heeft gebouwd, die zelfs van de poorten van het dodenrijk
niets te vrezen heeft (Matteüs 16:18).
Indien wij leden worden van enige denominatie of van een godsdienstige instelling behalve de gemeente die Jezus heeft gebouwd, aanbidden wij de satan. Indien wij als plaatselijke gemeente ons bij een of andere centrale organisatie aansluiten, wat nergens in het Nieuwe Verbond wordt gevonden, aanbidden wij de satan. Indien wij enige leider of organisatie de eer geven die God toekomt, aanbidden wij de satan.
Laten wij God aanbidden!
Wij mogen niets of niemand aanbidden behalve God.
Òf aanbidden wij God in overeenstemming met Zijn woord,
òf aanbidden wij de satan. Er is geen
middenweg.
Indien wij leiders, heersers of organisaties eer
geven die God toekomt, aanbidden wij de satan. Indien wij geld
aanbidden, indien wij voor beelden of iconen knielen, indien wij
mensen aanbidden, indien wij tot 'heiligen' bidden, indien wij
engelen aanbidden, indien wij iets wat dan ook in de plaats van God
stellen, zijn wij de duivel aan het aanbidden.
“Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen” (Matteüs 4:10).
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)