God zij de heerlijkheid in de gemeente!
[Tekst: Efeziërs 3:1 t/m 21]
Efeziërs 3 eindigt met een lofgebed: Hem zij de heerlijkheid in
de gemeente,1 in Christus Jezus, tot in alle geslachten van een
eeuwigheid van eeuwigheden! Amen! (Efeziërs 3:21 - RD).
De hoofdtaak van de gemeente is om God te verheerlijken. Dit
wordt op verscheidene manieren gedaan.
De gemeente maakt Gods wijsheid bekend.
In Efeziërs, hoofdstuk 3, zegt Paulus dat het eeuwige
voornemen2 van God was dat door middel van de gemeente aan de
overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige
wijsheid Gods bekend zou worden.3
Gods wijsheid straalt in Zijn verlossingswerk door Jezus Christus.
Uit God is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is
geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, opdat
het zij, gelijk geschreven staat: Wie roemt, roeme in de Here (1
Korintiërs 1:30, 31).
Gods wijsheid wordt door de gemeente bekend gemaakt, ten
eerste, wegens de wonderbaarlijke schoonheid van Gods plan voor de
redding van de mensen, en ten tweede, doordat in woord en daad de
gemeente God verheerlijkt.
De verlosten zijn het zout van de aarde en het licht van de
wereld (Matteüs 5:13, 14). Laat zo uw licht schijnen voor de
mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de
hemelen is, verheerlijken (Matteüs 5:16).
Voor eeuwig wordt God in de gemeente verheerlijkt.
De gemeente van Christus is de enige instelling op aarde die
altoos zal bestaan. Toen Jezus beloofde Zijn gemeente te bouwen, zei
Hij: En de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen
(Matteüs 16:18). De gemeente van Christus bestaat voorbij het graf.
Op aarde vertegenwoordigt de gemeente het koninkrijk der
hemelen. Want ons burgerschap is in de hemelen (Filippenzen 3:20
Telos). Wanneer God de verlosten aan de gemeente toevoegt4 worden
zij in de hemel ingeschreven. Hun namen staan in het boek des
levens (Filippenzen 4:3). Alleen zij, die geschreven zijn in het boek
des levens van het Lam mogen hemels Jeruzalem binnengaan
(Openbaring 21:27). Zij zijn een feestelijke en plechtige vergadering
van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen (Hebreeën
12:23).
In het lichaam van Christus, Zijn gemeente, wordt God verheerlijkt.
Wie in de gemeente is, is in Christus doordat de gemeente het
lichaam van Christus is: Hij is het hoofd van het lichaam, de
gemeente (Kolossenzen 1:18). Er is één lichaam (Efeziërs 4:4). Wij
zijn één lichaam in Christus (Romeinen 12:5).5 Zo is dan wie in
Christus is een nieuwe schepping (2 Korintiërs 5:17). God heeft
alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is,
gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is (Efeziërs 1:22, 23).
Christus heeft één lichaam, één gemeente. In de Schrift wordt
de gemeente van Christus dikwijls gewoon de gemeente genoemd,
omdat er slechts één gemeente is.
Andere godsdienstige instellingen worden uitgeroeid. Toen
kwamen zijn discipelen en zeiden tot Hem: Weet Gij, dat de
Farizeeën, toen zij dit woord hoorden, er aanstoot aan namen? Hij
antwoordde hun en zeide: Elke plant, die mijn hemelse Vader niet
geplant heeft, zal uitgeroeid worden. Laat hen gaan, blinden zijn zij,
die blinden leiden. Indien een blinde een blinde leidt, zullen zij beiden
in een put vallen (Matteüs 15:12 t/m 14). Alle kerkgenootschappen
en godsdiensten van menselijke oorsprong worden uitgeroeid.
Alleen de gemeente van Christus verheerlijkt God in alle
eeuwigheden. Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, in Christus
Jezus, tot in alle geslachten van een eeuwigheid van eeuwigheden!
(Efeziërs 3:21 - RD).
De gemeente moet gereinigd en geheiligd worden om God te
verheerlijken.
Deze reiniging is noodzakelijk want allen hebben gezondigd en
derven de heerlijkheid Gods (Romeinen 3:23). Christenen worden
om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in
Christus Jezus (Romeinen 3:24). Krachtens Gods wil zijn wij eens
voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus
Christus (Hebreeën 10:10). De gemeente bestaat uit de geheiligden
in Christus Jezus (1 Korintiërs 1:2). Zo is er dan nu geen
veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn (Romeinen 8:1).
Als genadegave Gods gebeurt deze reiniging en heiliging bij de
doop. Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze
Heiland (en) God verscheen, heeft Hij, niet om werken der
gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn
ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der
vernieuwing door de Heilige Geest (Titus 3:4, 5). Uit water en Geest
worden wij wedergeboren (Johannes 3:3, 5). Wij worden tot het
lichaam van Christus gedoopt: Want door één Geest zijn wij allen tot
één lichaam gedoopt (1 Korintiërs 12:13).
Door water werd Noach uit een slechte wereld gered. Petrus
zegt: Als tegenbeeld6 redt u thans de doop, die niet is een afleggen
van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten
tot God, door de opstanding van Jezus Christus (1 Petrus 3:21).
Nadat Paulus zijn berouw toonde door drie dagen te vasten,
werd hij gevraagd: En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen
en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam
(Handelingen 22:16).
Christus reinigt en heiligt de gemeente om haar als heerlijke
gemeente voor Zich te stellen. Paulus schreef: Mannen, hebt uw
vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich
voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende
door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich
te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat
zij heilig is en onbesmet (Efeziërs 5:25 t/m 27).
De gemeente, na haar heiliging, verheerlijkt God als de mooie
bruid van Christus: Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en
Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn
vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven zich met
blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn
de rechtvaardige daden der heiligen (Openbaring 19: 7, 8).
De gemeente verheerlijkt God in haar prediking en in haar bediening.
Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God; dient
iemand, laat het zijn als uit kracht, door God verleend, opdat in alles
God verheerlijkt worde door Jezus Christus, aan wie de heerlijkheid is
en de kracht, in alle eeuwigheid! Amen (1 Peter 4:11).
God ontvangt de eer wanneer de prediking met Gods woord
overeenkomt. De gemeente is het fundament van de waarheid:
Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te
gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God,
een pijler en fundament der waarheid (1 Timoteüs 3:15). De
gemeente verheerlijkt God door de waarheid in de hele wereld te
verkondigen.
Wat onze bediening betreft, komt God alle eer toe want Hij is
degene die ons het vermogen, de kracht en de middelen geeft om te
dienen.
De gemeente verheerlijkt God in haar aanbidding.
In Psalm 22 voorspelt David dat men de Messias in gans de
wereld zal gedenken. Aan het kruis citeert Jezus de eerste vier
woorden van deze psalm: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God,
mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Matteüs 27:46). In Psalm
22 vind men bijzonderheden van de kruisiging. De Joodse leiders
gebruikten woorden uit Psalm 22:8, 9 om Jezus te bespotten toen Hij
aan het kruis hing: Allen die mij zien, bespotten mij, zij steken de lip
uit, zij schudden het hoofd: Wentel het op de Here - laat die hem
verlossen, hem redden, Hij heeft immers welgevallen aan hem!7
Een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen
en voeten doorboren (Psalm 22:17). Zij verdelen mijn klederen
onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad (Psalm 22:19).
Na Zijn smeekbede om hulp zegt de Messias, Gij hebt mij
geantwoord! (Psalm 22:22). Daarna is de Psalm zegevierend: Ik zal
uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden der
gemeente zal ik U lofzingen (Psalm 22:23). In Hebreeën 2:12 wordt
dit gezegde aan de Messias in het christelijke tijdperk toegeschreven.
Van U komt mijn lof in een grote gemeente (Psalm 22:26).
Aangezien dit na de kruisiging is, gaat het over de gemeente van
Christus.
In het slotgedeelte van de psalm zegt David dat men de Messias
in de hele wereld zal gedenken: Alle einden der aarde zullen het
gedenken en zich tot de HERE bekeren; alle geslachten der volken
zullen zich nederbuigen voor uw aangezicht. Want het koninkrijk is
des HEREN, Hij is heerser over de volken. Alle welgedanen der aarde
eten en aanbidden (Psalm 22:28 t/m 30). De wereldwijde viering
van de maaltijd des Heren is een vervulling van deze profetie!
Om als gemeente van Christus, God te verheerlijken, laten wij
God lofzingen, laten wij op de eerste dag van de week aanbidden en
de maaltijd des Heren eten, laten wij het goed nieuws aan alle volken
bekendmaken opdat zij zich tot de Heer mogen bekeren.
Wat hebben wij geleerd?
Voor eeuwig wordt God in de gemeente verheerlijkt. Zijn
wijsheid wordt door de gemeente bekend gemaakt. Op aarde wordt
Gods hemels koninkrijk door de gemeente vertegenwoordigd. De
verlosten worden in de hemel ingeschreven. God wordt in Christus
verheerlijkt, in Zijn ene lichaam, de gemeente. De gemeente moet
gereinigd en geheiligd worden om God te verheerlijken. Als
genadegave Gods gebeurt dit bij de doop. De geheiligde gemeente is
de bruid van Christus. De gemeente verheerlijkt God in haar
prediking, in haar dienstverlening en in haar aanbidding.
Ons hoogste doel, als plaatselijke gemeente en als afzonderlijke
christenen, moet zijn om God te verheerlijken.
Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, in Christus Jezus, tot in
alle geslachten van een eeuwigheid van eeuwigheden! Amen!
Roy Davison
http://www.oldpaths.com/RD
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Eindnotas:
Published in The Old Paths Archive
http://www.oldpaths.com