Trouwe rentmeesters van Gods geheimenissen moeten wij zijn
Paulus schreef: Laat men ons zo beschouwen: als dienaren van
Christus en rentmeesters van de verborgenheden van God. Verder
wordt hier van de rentmeesters vereist, dat men trouw wordt
bevonden (1 Korintiërs 4:1, 2 Telos).
Wat is een rentmeester?
Een rentmeester is iemand aan wie de bezittingen of zaken van
iemand anders worden toevertrouwd met dien verstande dat hij die op
een verantwoordelijke wijze verzorgt en beheert.
Een rentmeester moet betrouwbaar zijn.
Iedere verantwoordelijke positie impliceert rentmeesterschap.
Hoe zou u zich voelen, moest iemand u een tasje geven met
diamanten die duizenden euro waard zijn, en u vragen door de straten
van een grote stad te wandelen en die op een ander adres af te geven?
Rond 1987 is onze geliefde broeder Gus Amssoms, op gezegende leeftijd,
heengegaan om bij de Heer te zijn. Toen hij met pensioen ging, na 45
jaar als arbeider in Antwerpen gewerkt te hebben, had hij geen enkele
dag ziekteverlof genomen. Hij was een betrouwbare man.
Antwerpen is het wereldcentrum van de diamanthandel. Ongeveer
2000 bedrijven die met edelstenen te maken hebben, zijn in de
omgeving van het centraal station gevestigd.
Nadat Gus op rust ging, kreeg hij een deeltijds baan als diamant
koerier. Indien u toerist in Antwerpen was, had u misschien een oudere
werkman met een innemende glimlach gezien, die met een oude
aktetas door de smalle straten van Antwerpen wandelde. U had nooit
vermoed dat hij in een verborgen tasje diamanten mee had die
duizenden euro waard waren. Hij had geen geweer of kogelvrije vest of
gepantserde voertuig. Hij had iets dat de diamanthandelaren veel
veiliger beschouwden. Hij had een beminnelijke, onschuldige uiterlijk,
en hij was een volledig betrouwbare man.
Als christenen zijn wij rentmeesters van iets veel meer waard dan
een tasje vol diamanten: de geheimenissen Gods.
Wat zijn de geheimenissen Gods?
De geheimenissen Gods zijn waarheden die men uitsluitend door
openbaring kent: Naar de openbaring van het geheimenis, eeuwenlang
verzwegen, maar thans geopenbaard en door profetische schriften
volgens bevel van de eeuwige God tot bewerking van gehoorzaamheid
des geloofs bekendgemaakt onder alle volken (Romeinen 16:25, 26).
De verbazingwekkende complexe ingewikkeldheden van
levensvormen in de biosfeer bewijzen het bestaan van een Schepper.
Maar alleen door de heilige schriften kunnen wij weten wie deze
Schepper is en hoe wij door Zijn Zoon Jezus Christus een innige
verhouding met Hem kunnen hebben.
Een rentmeester is aan zijn meester verantwoording verschuldigd.
Predikers en ouderlingen mogen niet vergeten dat zij tegenover
God verantwoording verschuldigd zijn, niet tegenover mensen. Paulus
schreef: Daar God ons waardig heeft gekeurd om ons het evangelie
toe te vertrouwen, spreken wij, niet om mensen te behagen, maar
Gode, die onze harten keurt. Want wij hebben ons nooit afgegeven met
vleitaal, zoals gij weet, of met (enig) baatzuchtig voorwendsel; God is
getuige! Ook zochten wij geen eer bij mensen, noch van u, noch van
anderen (1 Thessalonicenzen 2:4 t/m 6).
Ontrouwe rentmeesters worden door God gestraft.
De Heer was toornig op de ontrouwe profeten onder het oude
verbond: Ik heb gehoord wat de profeten zeggen, die in mijn naam
vals profeteren: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd! Tot hoelang? - is
er iets in het hart van de profeten, die leugen profeteren en profeten
zijn van de bedriegerij van hun hart; die erop bedacht zijn mijn volk
mijn naam te doen vergeten door hun dromen, die zij elkander
vertellen, evenals hun vaderen mijn naam hebben vergeten door de
Baäl? De profeet die een droom heeft, vertelle een droom, en die mijn
woord heeft, spreke mijn woord naar waarheid; wat heeft het stro met
het koren gemeen? luidt het woord des HEREN. Is niet mijn woord zó:
als een vuur, luidt het woord des HEREN, of als een hamer, die een
steenrots vermorzelt? Daarom zie, Ik zàl de profeten! luidt het woord
des HEREN, die mijn woorden van elkander stelen; Zie, Ik zàl de
profeten! luidt het woord des HEREN, die hun tong gebruiken en
godsspraken verkondigen; Zie, Ik zàl de profeteerders van
leugenachtige dromen! luidt het woord des HEREN, die zij vertellen om
mijn volk te misleiden door hun leugens en woordenkramerij; Ik heb
hen niet gezonden en hun geen opdracht gegeven; zij zijn dit volk niet
van het minste nut, luidt het woord des HEREN (Jeremia 23:25 t/m
32).
Ook in onze tijd beweren sommigen dat zij profeten zijn en dat zij
in de naam des Heren spreken, terwijl zij mensen door hun leugens
misleiden.
Als rentmeesters moeten wij Gods woord naar waarheid spreken.
Alle christenen moeten goede rentmeesters van Gods genade zijn:
Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen
heeft, als goede rentmeesters over de velerlei genade Gods. Spreekt
iemand, laten het woorden zijn als van God; dient iemand, laat het zijn
als uit kracht, door God verleend, opdat in alles God verheerlijkt worde
door Jezus Christus, aan wie de heerlijkheid is en de kracht, in alle
eeuwigheid! Amen (1 Petrus 4:10, 11).
Deze verantwoordelijkheid geldt dubbel voor oudsten, leraars en
predikers omdat zij leiding geven.
Want een opziener moet onberispelijk zijn als een rentmeester
van het huis Gods (Titus 1:7). Een ouderling moet zich houden aan
het betrouwbare woord naar de leer, zodat hij ook in staat is te
vermanen op grond van de gezonde leer en de tegensprekers te
weerleggen (Titus 1:9).
Petrus schreef: De oudsten onder u vermaan ik dan als
medeoudste en getuige van het lijden van Christus, die ook een
deelgenoot ben van de heerlijkheid, welke zal geopenbaard worden:
hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije
beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit
bereidwilligheid, niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel
gevallen is, maar als voorbeelden der kudde (1 Petrus 5:1 t/m 3).
Oudsten zijn rentmeesters aan wie de zorg voor Gods kudde is
toevertrouwd.
Omdat God Paulus getrouw achtte, vertrouwde Hij aan hem de
bediening van het evangelie: Ik breng dank aan Hem, die mij kracht
gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht
heeft, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft (1 Timoteüs 1:12).
Paulus verwijst naar de trouw van meerdere broeders waarmee hij
samenwerkte. Hij noemt Epafras onze geliefde mede dienstknecht, die
voor u een getrouw dienaar van Christus is (Kolossenzen 1:7). Hij
noemt Tychikus mijn geliefde broeder en getrouwe dienaar en
mededienstknecht in de Here en Onesimus mijn getrouwe en geliefde
broeder (Kolossenzen 4:7 t/m 9). Petrus noemt Silvanus een
betrouwbare broeder (1 Petrus 5:12). Laten wij hun voorbeeld volgen
en trouwe dienstknechten van Christus zijn.
Dit plechtig bevel, door Paulus aan Timoteüs gegeven, weergalmt
door de eeuwen: Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus,
die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn
verschijning als op zijn koningschap: verkondig het woord, dring erop
aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle
lankmoedigheid en onderrichting. Want er komt een tijd, dat (de
mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat
hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars
zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en
zich naar de verdichtsels keren. Blijf gij echter nuchter onder alles,
aanvaard het lijden, doe het werk van een evangelist, verricht uw
dienst ten volle (2 Timoteüs 4:1 t/m 5).
De geheimenissen moeten doorgegeven worden.
Als trouwe rentmeesters moeten wij de geheimenissen Gods aan
de aankomende generaties doorgeven. Paulus vermaande Timoteüs:
Gij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade van Christus Jezus, en
wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan
vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te
onderrichten (2 Timoteüs 2:1, 2).
Wat hebben wij geleerd?
1. Aan ons als rentmeesters zijn de geheimenissen Gods toevertrouwd,
de geopenbaarde waarheden in de heilige schrift.
2. Een rentmeester moet betrouwbaar zijn.
3. Aan God zijn wij verantwoording verschuldigd, niet aan mensen.
4. God zal ontrouwe rentmeesters straffen.
5. Wij moeten Gods woord naar waarheid spreken.
6. De geheimenissen Gods moeten aan de volgende generatie worden
doorgegeven.
Wie is dan de trouwe, de verstandige rentmeester, die de heer over zijn bedienden zal stellen om hun op tijd hun deel te geven? Zalig die slaaf, die zijn heer bij zijn komst
zó bezig zal vinden (Lucas 12:42, 43). Amen.Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
http://www.oldpaths.com