Mijn ziel wacht op de Heer
"Ik verwacht de HERE, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord; mijn ziel wacht op de Here, meer dan wachters op de morgen, wachters op de morgen" (Psalm 130:5, 6).
Wat betekent het om op de Heer te wachten?
Te wachten betekent alert te zijn voor iets dat men verwacht of waarnaar men uitziet. Op de bus wachten, betekent dat wij besloten hebben om niet te voet te gaan, maar het openbaar vervoer te gebruiken. Wij moeten wachten, omdat de bus er nog niet is. Wij wachten geduldig omdat wij het uurrooster bekeken hebben en geloven dat de bus wel zal komen. Wij weten ook dat wanneer de bus wel aankomt, wij bij de juiste halte aan het wachten moeten zijn.
Soms worden wij ongeduldig. Wij denken, "Die bus komt toch niet!" Dus verlaten wij de halte om te voet te gaan. Dan opeens raast de bus voorbij. Die stopt natuurlijk niet omdat er daar geen halte is. Door ongeduld hebben wij de kans gemist.
Op de Heer wachten, betekent voortdurend naar Hem voor hulp en redding uitzien, ons erin berusten dat God voor de uitkomst zorgt.
Moest u 's nachts in een bos verdwaald zijn, zou u wachten, zelfs verlangen naar het morgenlicht. Onze zielen wachten en verlangen ook voor de hulp die alleen God kan geven.
"Ik verwacht de HERE, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord; mijn ziel wacht op de Here, meer dan wachters op de morgen, wachters op de morgen" (Psalm 130:5, 6).
"Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft" (Psalm 121:1, 2).
"Ja, van oudsher heeft men het niet gehoord noch vernomen, geen oog heeft gezien een God buiten U, die optreedt ten behoeve van wie op Hem wacht. (Jesaja 64:4).
Wij wachten voortdurend op God: "Tot U, HERE, hef ik mijn ziel op; mijn God, op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden, laten mijn vijanden niet over mij juichen. Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd, beschaamd worden wie trouweloos handelen zonder oorzaak. HERE, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden, leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag" (Psalm 25:1 t/m 5).
Wij hebben de moed om de moeilijkheden van het leven te verdragen omdat wij naar God uitzien voor de hulp die Hij beloofd heeft: "O, als ik niet had geloofd des HEREN goedheid te zullen zien in het land der levenden! Wacht op de HERE, wees sterk, uw hart zij onversaagd; ja wacht op de HERE" (Psalm 27:13, 14).
"Onze ziel verwacht de HERE, Hij is onze hulp en ons schild. Ja, in Hem verheugt zich ons hart, ja, op zijn heilige naam vertrouwen wij. Uw goedertierenheid, HERE, zij over ons, gelijk wij op U hopen" (Psalm 33:20 t/m 22).
Omdat wij voor gerechtigheid en oordeel op God wachten, raken wij niet door slechte mensen overstuur: "Wees stil voor de HERE en verbeid Hem; wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt, op de man die boze plannen smeedt. Sta af van toorn en laat de grimmigheid varen, wees niet afgunstig; dat sticht louter kwaad. Want boosdoeners worden uitgeroeid, maar wie de HERE verwachten, zij zullen het land beërven" (Psalm 37:7 t/m 9).
"Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht op de HERE, Hij zal u helpen" (Spreuken 20:22).
"Wacht op de HERE en bewaar zijn weg, dan zal Hij u verhogen om het land te beërven, de uitroeiing van goddelozen zult gij met vreugde zien" (Psalm 37:34).
Zelfs in de ergste moeilijkheden mogen wij op Gods hulp wachten: "Vurig verwachtte ik de HERE; toen neigde Hij Zich tot mij en hoorde mijn hulpgeroep, Hij trok mij op uit de kuil van het verderf, uit het slijk van de modderpoel; Hij stelde mijn voeten op een rots, mijn schreden maakte Hij vast" (Psalm 40:1, 2).
Hier spreekt David waarschijnlijk over moeilijkheden die het gevolg zijn van zonde. Voor ons heil wachten wij op God. Wie anders kan ons helpen? "Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting; waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet wankelen" (Psalm 62:6, 7).
Wij wachten op God voor redding uit de dood: "Hij zal voor eeuwig de dood vernietigen, en de Here HERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen en de smaad van zijn volk zal Hij van de gehele aarde verwijderen, want de HERE heeft het gesproken. En men zal te dien dage zeggen: Zie, deze is onze God, van wie wij hoopten, dat Hij ons zou verlossen; dit is de HERE, op wie wij hoopten [wachtten]; laten wij juichen en ons verblijden over de verlossing die Hij geeft" (Jesaja 25:8, 9).
Indien wij niet op God wachten, dan wacht Hij op ons! Hij wacht op onze bekering opdat wij op Hem mogen wachten: "Daarom verlangt de HERE ernaar u genadig te zijn [in de grondtekst staat er feitelijk, zoals in de Staten Vertaling: 'En daarom zal de HERE wachten, opdat Hij u genadig zij'] en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de HERE is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten" (Jesaja 30:18).
Laat God niet blijven wachten! Indien u nog geen christen bent, bekeert u, wendt u zich tot God, gelooft in Zijn Zoon Jezus Christus, die God als Heiland gezonden heeft. Belijdt uw geloof en laat u dopen tot Zijn lichaam, de gemeente, opdat uw zonden vergeven kunnen worden. Indien u een christen bent, die niet voldoende op de Heer wacht, en dat geldt voor ons allen, zie uit naar Hem voor steun en redding van dag tot dag en voor altijd.
"Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert hij sterkte. Jongelingen worden moede en mat, zelfs jonge mannen struikelen, maar wie de HERE verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat" (Jesaja 40:29 t/m 31).
Laten wij op de Heer wachten.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de Nieuwe Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951 (tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)