Bent u op de goede weg?
Misschien bent u op de goede weg, misschien op de verkeerde weg.
Wat bepaalt of u op de goede weg bent? Hoe veel andere mensen op
dezelfde weg zijn? Hoe mooi het landschap is? Neen, u bent op de goede weg
indien die naar de juiste bestemming leidt. U bent op de verkeerde weg indien die
u naar de verkeerde bestemming leidt. U reist nu langs één of andere weg. Waar
gaat u naar toe?
Velen zijn op de verkeerde weg.
Hun voeten snellen naar het kwade en haasten zich om onschuldig bloed
te vergieten; hun gedachten zijn onheilsgedachten, verwoesting en verderf zijn op
hun wegen. De weg des vredes kennen zij niet, en er is geen recht in hun sporen;
zij gaan langs kronkelpaden; niemand die ze betreedt, kent vrede (Jesaja
59:7, 8).
Meent u op de goede weg te zijn?
Toch moet u voorzichtig zijn want volgens de Schrift: Soms schijnt een
weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood (Spreuken 14:12).
Elke weg van een mens is recht in zijn ogen, maar de HERE beproeft de harten
(Spreuken 21:2). Jeremia heeft gebeden: Ik weet, o HERE, dat het niet aan de
mens staat zijn weg te kiezen, noch aan een man om te gaan en zijn schreden te
richten (Jeremia 10:23). De mens heeft Gods leiding nodig.
God wijst mensen naar de goede weg: Zo zegt de HERE: Gaat staan aan
de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is,
opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel (Jeremia 6:16).
Hoe kan u weten dat u op de goede weg bent?
De Psalmist heeft gebeden: Uw woord is een lamp voor mijn voet en een
licht op mijn pad (Psalm 119:105). Alleen door het woord van God kan u weten
dat u op de goede weg bent.
Gods weg is de goede weg.
Iedere andere weg is een verkeerde weg want die leidt naar het verderf.
De weg des HEREN is een beschutting voor de oprechten, maar onheil voor de
bedrijvers van ongerechtigheid (Spreuken 10:29).
Abraham, de vader van de gelovigen, moest zijn zonen en zijn huis
gebieden, de weg van de HEER te bewaren (Genesis 18:19).
De goede weg, Gods weg, leidt naar het leven; de verkeerde weg leidt
naar de dood. Ik onderricht u in de weg der wijsheid, ik doe u treden op rechte
paden. Bij uw wandelen zal uw schrede niet belemmerd worden, wanneer gij
loopt, zult gij niet struikelen. Houd vast aan de tucht, laat haar niet los, bewaar
haar, want zij is uw leven. Kom niet op het pad der goddelozen, betreed de weg
der bozen niet. Mijd die, ga er niet over; wijk ervan af en ga voorbij. Want zij
kunnen niet slapen, wanneer zij geen kwaad kunnen doen; hun slaap wordt hun
ontnomen, wanneer zij niet iemand kunnen doen struikelen; want zij eten brood
der goddeloosheid en drinken wijn van gewelddadigheid. Maar het pad der
rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot
de volle dag. De weg der goddelozen is als duisternis; zij weten niet, waarover
zij kunnen struikelen (Spreuken 4:11 t/m 19).
Men moet voorzichtig zijn, met wie men meegaat. De rechtvaardige
onderkent wie hem kwaad wil doen, maar de weg der goddelozen doet hen
dwalen (Spreuken 12:26).
Op het pad der gerechtigheid is leven, maar de weg der zonde voert ten
dode (Spreuken 12:28). Het pad des levens gaat voor de verstandige opwaarts,
opdat hij ontwijke het dodenrijk beneden (Spreuken 15:24).
De goede weg is de heilige weg.
In een voorspelling van het koninkrijk van de Messias, Gods gezalfde,
Jesaja zei: Daar zal een gebaande weg zijn, die de heilige weg genaamd wordt;
geen onreine zal die betreden; maar hij zal alleen voor hen zijn; reizigers noch
dwazen zullen erop dolen (Jesaja 35:8).
Christus is de weg.
Jezus zei: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot
de Vader dan door Mij (Johannes 14:6).
Er zijn slechts twee wegen.
Jezus zei: Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de
weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is
de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem
vinden (Matthew 7:13,14). En iemand zeide tot Hem: Here, zijn het weinigen,
die behouden worden? Hij zeide tot hen: Strijdt om in te gaan door de enge
poort, want velen, zeg Ik u, zullen trachten in te gaan, doch het niet kunnen
(Luke 13:23, 24).
Bent u door de kleine poort gegaan?
Velen menen dat ze op de goede weg zijn, wanneer zij nooit door de
kleine poort zijn gegaan.
De weg die ten leven leidt is de weg van trouwe dienstbetoon in
Christus. Jezus vermaant Zijn volgelingen: Wees getrouw tot de dood en Ik zal
u geven de kroon des levens (Openbaring 2:10).
De enge poort stelt Gods voorwaarden tot heil voor. Men moet door
deze kleine poort gaan om behouden te worden en op de goede weg te komen.
De verkeerde weg is breed en heeft een brede poort.
Sommigen beweren dat iedereen behouden zal worden. Jezus zei dat
weinigen de weg ten leven zullen vinden.
Sommigen beweren dat goede mensen in alle godsdiensten worden gered.
Petrus zei dat het heil uitsluitend door de naam van Jezus Christus is
(Handelingen 4:10). En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook
onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten
behouden worden (Handelingen 4:12).
Sommigen beweren dat de redding door goede werken verdient kan
worden. Paulus zegt dat wij, wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt
uit werken der wet, maar door het geloof in Christus Jezus, zijn ook zelf tot het
geloof in Christus Jezus gekomen, om gerechtvaardigd te worden uit het geloof
in Christus en niet uit werken der wet. Want uit werken der wet zal geen vlees
gerechtvaardigd worden (Galaten 2:16).
Sommigen beweren dat zij door geloof alleen behouden kunnen worden.
Jakobus zegt: Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken en niet
slechts uit geloof. ... Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het
geloof zonder werken dood (Jakobus 2:24, 26). Jakobus zegt van Abraham:
Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit
geloof pas volkomen werd uit de werken (Jakobus 2:22).
Sommigen beweren dat zij behouden kunnen worden door godsdienstige
rituelen, terwijl hun leven vol met zonde is en hun hart vol met hoogmoed,
afgunst en haat. Maar wij worden gewaarschuwd: Jaagt naar vrede met allen en
naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien. Ziet daarbij toe, dat
niemand verachtere van de genade Gods (Hebreeën 12:14, 15).
Sommigen beweren dat zij op de goede weg zijn omdat hun ouders hen
lieten kerstenen toen zij zuigelingen waren. Maar Philipus zei aan de Kamerling
dat hij eerst met gans zijn hart moest geloven alvorens gedoopt te worden
(Handelingen 8:37).
Omdat de weg naar het verderf zo breed is, zouden wij heel lang door
kunnen gaan met het noemen van verkeerde wegen waardoor mensen menen
behouden te kunnen worden.
Hoe gaan wij door de kleine poort om op de goede weg te wandelen?
Jezus zei: Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie
niet gelooft, zal veroordeeld worden (Marcus 16:16). Paulus schreef: Zo is dan
het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus (Romeinen
10:17).
Het evangelie van Chrisuts is Gods kracht tot behoud voor een ieder die
gelooft (Romeinen 1:16). De goede boodschap luidt: Christus is gestorven voor
onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt,
naar de Schriften (1 Korintiërs 15:3, 4).
Wij moeten ons geloof belijden om door de kleine poort te gaan. Want
indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat
God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het
hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis
(Romeinen 10:9,10).
De goede beleidenis (1 Timoteüs 6:12, 13) is: Ik geloof dat Jezus
Christus de Zoon van God is (Handelingen 8:37; Matteüs 16:16).
Om door de kleine poort te gaan, moeten wij ons bekeren, berouw voor
onze zonden hebben, beslissen ons van de zonde af te keren en God te dienen.
Toen bepaalde mensen tot Johannes kwamen om gedoopt te worden,
hoewel zij zich niet hadden bekeerd, antwoordde hij: Adderengebroed, wie
heeft u een wenk gegeven om de komende toorn te ontgaan? Brengt dan vrucht
voort, die aan de bekering beantwoordt (Matteüs 3:7, 8).
Wanneer wij ons op basis van ons geloof, bekering en belijdenis laten
dopen, worden wij deel van het lichaam van Christus en ontvangen wij vergeving
van zonden. Wij gaan door de kleine poort en beginnen een wandel in nieuwheid
des levens.
Petrus heeft de gelovigen op de Pinksterdag verteld: Bekeert u en een
ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw
zonden, en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen (Handelingen 2:38).
Paulus legde aan de Romeinen uit: Of weet gij niet, dat wij allen, die in
Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem
begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt
is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden
wandelen (Romeinen 6:3, 4).
Bent u op de goede weg?
Het pad des levens gaat voor de verstandige opwaarts, opdat hij ontwijke
het dodenrijk beneden (Spreuken 15:24). Bent u op de heilige weg, de moeilijke
weg die ten leven leidt?
Bent u door de kleine poort gegaan? Gelooft u dat Jezus de Christus is, de
Zoon van de levende God, dat Hij voor uw zonden aan het kruis is gestorven en
de derde dag uit de dood is opgestaan? Hebt u zich van uw zonden bekeerd en
uw leven aan God volledig toegewijd? Hebt u uw geloof in Christus beleden?
Hebt u zich in Zijn dood laten dopen om in nieuwheid des levens op te staan?
Zowel, laten wij samen wandelen op de weg des levens die opwaarts naar
de hemelse stad gaat, waar er geen dood zal zijn.
Zo niet, verzoek ik u dringend de Heer te gehoorzamen en de kleine poort
die ten leven leidt binnen te gaan.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de Nieuwe Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951 (tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)