Wat is de wereldbeschouwing van de bijbel?

Deel Een

Een wereldbeschouwing is een manier om de wereld te bekijken. Men aanvaart bepaalde fundamentele ideeën als waar en aanschouwt de wereld vanuit dat perspectief.

Iemands wereldbeeld heeft een grote invloed op zijn leven, of ten goede of ten kwade. Een verkeerde kijk op de wereld kan uiterst nefaste gevolgen hebben.

De bijbel heeft een duidelijk omlijnd wereldbeeld dat een stevig fundament vormt voor het leven van een christen.

Het heelal is eindig.

Het universum had een begin en zal een einde hebben. De eerste woorden van de bijbel zijn: “In het begin” (Genesis 1:1). En Jezus zei: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan” (Matteüs 24:35). Petrus beschrijft aldus het einde van het heelal: “Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan” (2 Petrus 3:10).

Dat het massa/energie ruimte/tijd universum een begin had en een einde zal hebben, klopt met de wetenschappelijke waarnemingen. De zon en andere sterren zijn atomische reactoren die licht en warmte uitstralen. Hun brandstof is echter beperkt waardoor zij uiteindelijk zullen uitdoven. Zij hebben ook niet voor eeuwig bestaan, want dan zouden ze al uitgebrand zijn. Het universum is eindig, zoals de bijbel zegt.


God is oneindig. God is eeuwig.

Als er nu iets bestaat, moet er altijd wel iets hebben bestaan, daar iets niet uit het niets kan komen. Wat heeft altijd bestaan? De materie is eindig - die had een begin en zal een einde hebben - dus moet het iets immaterieel zijn dat altijd heeft bestaan. Naast de materie neemt men ook geestelijke werkelijkheden waar. Intelligentie is de hoogste geestelijke werkelijkheid die men waarneemt. Intelligentie heeft ook scheppende kracht. Dus, tot de conclusie te komen dat een intelligent, Geestelijk Wezen altijd heeft bestaan, is logisch en verenigbaar met wetenschappelijke observaties.


Het heelal werd door God geschapen.

De bijbel stelt dat een Eeuwige Geest de eerste oorzaak van het heelal is: “In den beginne schiep God de hemel en de aarde” (Genesis 1:1).

God is eeuwig. God heeft altijd bestaan en zal altijd bestaan: “Eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God” (Psalm 90:2).

“Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt” (Openbaring 4:8).


God schiep de biosfeer voor de mens.

God vormde de aarde “ter bewoning” (Jesaja 45:18) en heeft de mens gemaakt “om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen” (Handelingen 17:26).

De biosfeer is de oppervlakte en dampkring van de aarde waar leven kan bestaan. De levensondersteunende, inhaleerbaar gedeelte van de dampkring is slechts drie kilometer dik, slechts 0,0025% van de diameter van de aarde. Voorgesteld op mijn aardbol van 30 cm zou het inhaleerbare gedeelte van de dampkring slechts drie vierde van 1 mm dik zijn.

De biosfeer bevat een verbazingwekkende verscheidenheid aan ingewikkelde, levende organismen. Een organisme is een onvoorstelbaar complexe structuur van onderling afhankelijke elementen die op een gecoördineerde manier functioneren om de werking van het geheel te volbrengen. Elk organisme is onverminderbaar complex. Dit betekent dat de volledige functionerende complexiteit vereist is voor het leven van het organisme. Zelfs een eencellig organisme, te klein om te zien, bevat honderdduizenden miljoen atomen en heeft duizenden moleculaire productie-eenheden die een grote verscheidenheid aan bestanddelen produceren en functies uitoefenen die voor het leven van het geheel noodzakelijk zijn.

Naast de onverminderbare complexiteit van elk afzonderlijk organisme, is de biosfeer een ingewikkeld ecosysteem met veel verschillende organismen waarvan de onderlinge afhankelijkheid essentieel is voor het functioneren van het geheel.


De biosfeer werd binnen een korte tijd geschapen.

De bijbel beschrijft de schepping als volbracht in één week door bovennatuurlijke interventie: “Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is” (Exodus 20:11).

Sommigen beweren ten onrechte dat deze dagen lange perioden vertegenwoordigen.

Hoewel het Hebreeuwse woord voor dag soms een andere tijdspanne kan aanduiden, hebben de dagen van de scheppingsweek een periode van licht en van duisternis, en er is een avond en een ochtend: “En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag” (Genesis 1:5).

Een schepping binnen een korte tijd was noodzakelijk wegens de vele onderlinge afhankelijkheden in het gebalanceerde ecosysteem van de biosfeer.

Het opzetten van een gebalanceerd aquarium illustreert dit. Men kan een aquarium hebben met de juiste hoeveelheden en soorten planten en vissen dat het luchtdicht afgesloten kan worden en kan voortbestaan uitsluitend met het toevoegen van licht. Er zijn mensen die dit als hobby doen. Dit is mogelijk maar uiterst moeilijk, want vanaf het begin moet alles juist zijn opdat de planten zuurstof aan de vissen geven en de vissen koolstofdioxide aan de planten, en opdat de planten voeding voor de vissen verschaffen en de vissen voeding voor de planten.

Evenzo moest de biosfeer, omdat die zo vele ingewikkelde onderlinge afhankelijkheden bezit, binnen een korte tijd, klaar- voor-gebruik, opgesteld worden. Dit is een krachtig argument, niet alleen voor een schepping in een korte tijd, maar voor schepping in het algemeen, want zulk een ingewikkeld, gebalanceerd ecosysteem kon onmogelijk geleidelijk door blind toeval ontstaan.

Leven komt van leven.

Levensvormen waren integraal geschapen en waren zodanig ontworpen dat zij zich naar hun eigen aard vermenigvuldigen: “En de aarde bracht jong groen voort, gewas, dat naar zijn aard zaad geeft, en geboomte, dat naar zijn aard vruchten draagt, welke zaad bevatten. En God zag, dat het goed was” (Genesis 1:12).

Dat leven van leven komt, is een fundamenteel feit van de biologie.

Atheïsten hebben moeite om zonder God het ontstaan van leven te verklaren. Zij moeten hun toevlucht nemen tot geloof in spontane generatie, het idee dat leven plotseling ontstond uit niet-levende materie. Nu vinden we het grappig, maar in de Middeleeuwen beweerden atheïsten dat wormen die in afval zomaar verschijnen, spontane generatie bewijzen.

Meerdere wetenschappers bewezen het tegendeel, maar voor lange tijd weigerden atheïsten het bewijs te aanvaarden.

In 1686 al bewees de Italiaanse arts en natuurkundige, Francesco Redi, dat het idee van spontane generatie van leven vals was. Hij toonde aan dat geen maden in verrot vlees ontstaan indien men het vlees met een licht doekje bedekt om te voorkomen dat vliegen daarin eieren zouden leggen. Toch bleven vele atheïstische geleerden beweren dat leven zomaar uit levenloos materie spontaan kan ontstaan.

In 1768 bewees de Italiaanse natuurkundige, Lazaaro Spallanzani, nogmaals dat levende wezens niet zomaar uit levenloos materie ontstaan.

Bijna honderd jaar nadien, rond 1860, is Louis Pasteur door zijn proeven en uitvoerige documentatie uiteindelijk erin geslaagd de wetenschappelijke wereld te overtuigen dat het idee van spontane generatie fout is. Leven komt van leven zonder uitzondering.

Dit fundamentele, waarneembare feit van de biologie is volledig in overeenstemming met Genesis, hoofdstuk één.

Toen door empirische proeven rotsvast bewezen werd dat leven niet zomaar van levenloze materie komt, moesten de mensen die God verwerpen iets anders verzinnen om hun valse theorie van spontane generatie op te proppen. Het is veelzeggend dat Charles Darwin kort na de publicaties van Louis Pasteur, zijn boeken over evolutie uitgaf. Origin of Species werd in 1859 uitgegeven en The Descent of Man in 1871.

Hoewel atheïsten uiteindelijk moesten toegeven dat spontane generatie van leven nu niet gebeurt, beweren ze dat dit toch ooit eenmaal is gebeurd, miljoenen en miljoenen jaren geleden. Deze ongeloofwaardige bewering is niet wetenschappelijk. De evolutieleer is in strijd met de gekende feiten van de biologie.

Indien levensvormen door evolutie ontstonden, zouden er steeds meer soorten moeten bijkomen. Volgens het model van Genesis, zouden er geen soorten bijkomen, maar wel zou het onherroepelijk uitsterven van soorten mogelijk zijn. Welk model klopt met de feiten?

Tijdens de laatste vierhonderd jaar zijn er minstens 350 gekende gevallen van zoogdier- en vogelsoorten die uitgestorven zijn. Op het ogenblijk zijn er vele bedreigde soorten. Op basis van fossielen weten wij dat door de eeuwen heen duizenden soorten uitgestorven zijn. Hoeveel soorten zijn in de laatste 400 jaar bijgekomen? Geen enkele. Hoe verder wij teruggaan, hoe meer soorten er waren.

Deze feiten komen overeen met het model in Genesis. In het begin, na de schepping, was er een overvloed aan plantengroei en een zeer grote verscheidenheid aan soorten. Met der tijd, echter, zijn er veranderingen op aarde geweest die de kwaliteit van de biosfeer verminderden, zeker bij de zondvloed en misschien ook eerder, bijvoorbeeld, toen Adam en Eve de hof moesten verlaten.

Een plantetende dinosaurus van 75 ton kon zich alleen op aarde handhaven toen er een overvloed aan plantengroei was. Ook de grootste levende wezens op aarde nu, zoals olifanten en walvissen - hoewel ze maar kleintjes zijn in vergelijking met bepaalde soorten die God oorspronkelijk geschapen heeft - zijn onder de meest bedreigde soorten. Daar zij zo groot zijn, kunnen ze moeilijk aan voldoende voedsel komen. Zich verstoppen van jagers gaat ook moeilijk als je zo groot bent. Voor verscheidene redenen zijn vele soorten uitgestorven.

De voortdurende toename van menselijke bevolking veroorzaakt ook een voortschrijdende deterioratie van de biosfeer met een gepaard gaande uitsterven van soorten die zich niet meer kunnen handhaven.

De empirische wetenschappelijke feiten kloppen met het model van leven op aarde dat in de bijbel wordt beschreven. Leven komt van leven. De levende God schiep levensvormen die zich voortplanten.


Wat is het wereldbeeld van de bijbel?

Om te beginnen: Het heelal is eindig. God is eeuwig. Het heelal werd door God geschapen. Binnen een korte tijd werd de biosfeer voor de mens geschapen. Leven komt van leven.

In deel twee, zo de Here wil, zullen we een blik werpen op de bijbelse wereldbeschouwing met betrekking tot de mens.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).