Pas op voor honden ... en mensen!


Dit mozaïek is in het Archeologische Museum van Napels, Italië.

“Blaffende honden bijten niet,” zeggen ze. Dit is waar want ze stoppen met blaffen voor ze bijten!

De hond die mij gebeten heeft, blafte niet. Toen ik twaalf jaar was, verdeelde ik reclame voor de televisiereparatiezaak van mijn vader. Van achter liep een oude hond stilletjes naar mij toe en drukte de vorm van zijn gebit in mijn been. Kennelijk had hij een hekel aan reclameverdelers!

In de tijd van Paulus hadden vele Romeinse villa’s in de ingang een vloermozaïek van een hond aan een ketting, soms met de woorden, “CAVE CANEM” (Pas op voor de hond)!

Het is verstandig voor honden op te passen, maar wanneer Paulus in Filippenzen 3:2, “Let op de honden!” zegt, bedoelt hij honden van de menselijke soort. Jezus zegt, “Wacht u voor de mensen” (Matteüs 10:17).

“Wacht u voor” betekent zich hoeden voor, oppassen voor, alert zijn voor mogelijk gevaar van, paraat zijn om gevaar van te ontwijken.

Mensen zijn gevaarlijk!

Mensen zijn de gevaarlijkste wezens op aarde. Welke andere levensvorm heeft steden met atoombommen vernietigd, en bewaart gigantische voorraden kernwapens?

De krachtigste waterstofbom ooit tot ontploffing gebracht (door de Sovjet Unie op Severny Eiland in het noordpoolgebied op 30 oktober 1961) had 1400 maal de kracht van de bommen van Hiroshima en Nagasaki samen, en tien maal de gebundelde kracht van alle andere explosieven van de Tweede Wereldoorlog. Deze foto werd op een afstand van 160 km genomen. De atmosferische schokgolf heeft ruiten in het noorden van Noorwegen en Finland gebroken, duizend kilometer ver.

In 1985 waren er 68.000 actieve kernwapens. Intussen is dit verminderd tot ongeveer 20.000 die òf actief zijn òf gemakkelijk opnieuw geactiveerd kunnen worden. Een deel van deze vermindering is het gevolg van verdragen maar het grootste deel is gewoon het gevolg van de ontmanteling van verouderde, voorbijgestreefde wapens. Hoewel er minder bommen zijn, is hun vernietigende kracht toegenomen.

Dit is niet iets waarop de mensheid trots mag zijn. Bedenk de middelen die dit verslindt, terwijl een groot deel van de wereld een tekort aan voedsel heeft.


Toch zijn geestelijke gevaren nog groter!

Bij de opgravingen te Pompeii werden enkele “Pas op voor de hond” mozaïeken blootgelegd. Iemand had moeten waarschuwen: “Pas op voor de vulkaan!” Er zijn grotere gevaren dan honden.

Hoewel het gevaar van nucleaire vernietiging ons als een rokende Vesuviusberg bedreigt, vertoeven wij in een wereld die op geestelijk gebied nog gevaarlijker is! God waarschuwt ons voor geestelijke gevaren die onze zielen bedreigen. De satan heeft geestelijke landmijnen overal verstopt.

Voor afvalligheid wegens zonde moeten wij oppassen; ook voor valse leraars, voor godsdienstige leiders die zichzelf verheffen, en voor vervolgers.


Pas op voor afvalligheid wegens zonde.

Ziet toe , broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde” (Hebreeën 3:12, 13).

Het bedrog van de zonde is voor ons het grootste geestelijk gevaar. Voor alles moeten wij oppassen dat ons tot zonde verleidt en ons van God wegtrekt.

De zonde wordt verheerlijkt in de media, op Internet, op televisie, op radio, in tijdschriften.

Op school worden de jongeren geleerd hoe zij immoreel kunnen zijn, en wijsgemaakt dat immoraliteit geen negatieve gevolgen heeft.

De modewereld beklemtoont sensualiteit. Sociale druk moedigt ons aan om “zoals de anderen” te zijn.

Wij moeten op onze hoede zijn voor deze indringerige invloeden.

Wij moeten elkaar vermanen om niet van de levende God af te vallen als gevolg van zonde.

Verwijzende naar mensen die de Schrift “tot hun eigen verderf verdraaien”, geeft Petrus een gelijkaardige waarschuwing: “Geliefden, daar gij het nu van tevoren weet, weest op uw hoede, dat gij niet, door de dwaling der zedelozen medegesleept, afvalt van uw eigen standvastigheid; maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus” (2 Petrus 3:17, 18).

Deze teksten weerleggen de valse leer van “Eenmaal gered, altijd gered”!

Wij moeten opletten dat wij niet van onze eigen standvastigheid afvallen, dat wij niet van de levende God afvallen!

Om afvalligheid door het bedrog van de zonde te vermijden, moeten wij op onze hoede zijn voor iedereen die ons tot zonde probeert te verleiden.

Dit houdt in dat wij op onze hoede moeten zijn voor valse leraars, godsdienstige leiders die zichzelf verheffen, en vervolgers.


Pas op voor vervolgers!

Jezus heeft Zijn volgelingen gewaarschuwd: “Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven. Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren aan de gerechtshoven en zij zullen u geselen in hun synagogen” (Matteüs 10:16, 17).

Hoe reageren christenen op vervolging? Jezus zei: “Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere” (Matteüs 10:23). “Vreest hen dan niet” (Matteüs 10:26). “Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden” (Matteüs 10:39).

Paulus heeft Timoteüs gewaarschuwd: “Alexander, de koperslager, heeft mij veel kwaad berokkend: de Here zal hem vergelden naar zijn werken. Neem gij u ook voor hem in acht, want hij heeft onze woorden zeer tegengewerkt” (2 Timoteüs 4:14, 15).

Paulus was dankbaar dat God hem beschermd had: “Doch de Here heeft mij ter zijde gestaan en kracht gegeven, zodat door mij de verkondiging tot haar recht gekomen is en al de heidenen haar hebben kunnen horen; en ik ben uit de muil van de leeuw verlost. De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen” (2 Timoteüs 4:17, 18).

Voor vervolgers moeten wij oppassen. Toch hoeven wij niet bang te zijn. Een eeuwig thuis bij God staat ons te wachten, ongeachte wat ons overkomt.


Pas op voor godsdienstige leiders die zichzelf verheffen!

Jezus zei, “Wacht u voor de schriftgeleerden, die gesteld zijn op het wandelen in lange gewaden en op begroetingen op de markten, en op erezetels in de synagogen en eerste plaatsen bij de maaltijden, die de huizen der weduwen opeten en voor de schijn lange gebeden uitspreken” (Marcus 12:38 t/m 40).

Aanmatigende godsdienstige leiders verheerlijken zichzelf, niet God. Voor hen moeten wij oppassen.


Pas op voor valse leraars!

Wij moeten op onze hoede zijn voor mensen die leerstellingen en praktijken invoeren die met de gezonde leer niet stroken, die van de oorspronkelijke leer van Christus en Zijn apostelen afwijken: “Toch zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen” (2 Petrus 2:1).

Jezus waarschuwt voor hun bedrieglijk voorkomen en zegt hoe wij hen kunnen herkennen: “Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen” (Matteüs 7:15, 16).

Jezus waarschuwde Zijn volgelingen voor twee gangbare dwalingen: “Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën” (Matteüs 16:6). De discipelen wisten niet wat Hij met zuurdesem bedoelde totdat hij het verduidelijkte. “Toen zagen zij in, dat Hij hun niet gezegd had zich te wachten voor de zuurdesem [der broden], maar voor de leer der Farizeeën en Sadduceeën” (Matteüs 16:12).

De Farizeeën en Sadduceeën waren de twee grootste geloofsgemeenschappen onder de Joden ten tijde van Christus. Zij brachten allebei een valse leer.

De Sadduceeën verwierpen het grootste gedeelte van het Oude Testament ronduit, daar zij alleen de vijf boeken van Mozes erkenden. Zij geloofden niet in een opstanding, in engelen, of in geesten (Handelingen 23:8). Zij waren vrijzinnig in hun interpretatie en toepassing van de Schrift.

De Farizeeën waren “de meest nauwgezette partij” onder de Joden (Handelingen 26:5), maar hun vroomheid was oppervlakkig. Jezus zei hun, “Gij geeft tienden van de munt, de dille en de komijn en gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw” (Matteüs 23:23); “Het gebod Gods stelt gij wel fraai buiten werking om úw overlevering in stand te houden” (Marcus 7:9). Zij waren ook geldzuchtig (Lucas 16:14).

Dus worden wij voor deze twee dwalingen gewaarschuwd, die nog steeds veelvuldig voorkomen: een vrijzinnige interpretatie en toepassing van de Schrift, en een oppervlakkige vroomheid die menselijke leer boven het woord van God stelt.

Jezus noemt deze dwalingen zuurdesem omdat zij zich gemakkelijk verspreiden.


Pas op voor wie leerstellingen op het Oude Verbond baseert.

In de vroege gemeente probeerden bepaalde valse leraars vereisten van het Oude Verbond aan christenen op te leggen, zoals de besnijdenis en het houden van de Sabbat (Kolossenzen 2:11 t/m 17). Paulus waarschuwt tegen hen in de aller scherpste bewoordingen, “Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis! Want wíj zijn de besnijdenis, die door de Geest Gods Hem dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen” (Filippenzen 3:2, 3).


Pas op voor wie leerstellingen op wijsbegeerte en menselijke overleveringen baseert.

Paulus waarschuwt: “Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus, want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk” (Kolossenzen 2:8, 9).

“Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen” (Romeinen 16:17).

In verband met de doop van Johannes, vroeg Jezus aan de Joodse leiders, “Was die uit de hemel of uit de mensen?” (Marcus 11:30). In verband met alle godsdienstige principes, leerstellingen en praktijken behoren wij deze vraag te stellen. Wat niet van God komt, moeten wij verwerpen.

Pas op!

Tijdens een recente wandeling zag ik op een hek: “Pas op! Giftige kikkers!” Hoewel ik betwijfel dat giftige kikkers echt achter dat hek op de loer waren, bestaan ze toch wel! Raak met uw vinger het vocht aan op de rug van een goudgele pijlgifkikker en steek uw vinger in uw mond, en u gaat zowat onmiddellijk dood. Zoals de benaming aangeeft, werd hun gif op pijlen gebruikt. Zij zijn onder de giftigste schepselen op aarde.

Het is zeker verstandig op te passen voor giftige kikkers, boosaardige honden en een nucleaire holocaust. Maar nog meer moeten wij voor geestelijke gevaren op onze hoede zijn.

Ziet toe op uzelf!” (Lucas 17:3). “Ziet toe, wat gij hoort” (Marcus 4:24). “Ziet toe, dat niemand u verleide!” (Matteüs 24:4). “Ziet toe, blijft waakzaam” (Marcus 13:33).

God waarschuwt ons op te passen dat wij niet door het bedrog van de zonde afvallig worden, op te passen voor vervolgers, op te passen voor geldgierige godsdienstige leiders die zichzelf verheffen, op te passen voor valse leraars die de Schrift vrijzinnig interpreteren, op te passen voor valse leraars die hun eigen verstarde reglementeringen boven de Schrift stellen, op te passen voor valse leraars die hun leer op het Oude Verbond, op wijsbegeerte, of op menselijke tradities baseren.

De waarschuwing van Petrus in 1 Petrus 5:8, 9 is toepasselijk: “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof.” Amen.
Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)