Wat is onze roeping?
Paulus schreef aan de Efeziërs: Als gevangene in de Here, vermaan ik u
dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt (Efeziërs
4:1).
Met welke roeping worden christenen geroepen? En hoe kunnen wij
naar die roeping waardig wandelen?
Het woord roepen heeft verschillende gebruiken in de bijbel.
In zekere zin roept God iedereen! Uit genade nodigt Hij iedereen uit om
door het offer van Zijn Zoon, Jezus Christus verlost te worden!
Het water des levens wordt iedereen aangeboden. En de Geest en de
bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en
wie wil, neme het water des levens om niet (Openbaring 22:17).
Helaas wijzen de meeste mensen Gods roeping af. Want velen zijn
geroepen, maar weinigen uitverkoren (Matteüs 22:14).
In een andere zin, zijn alleen christenen ‘de geroepenen’ omdat zij aan
Gods oproep gehoor geven en tot Christus komen.
Christenen zijn de geroepenen van Jezus Christus (Romeinen 1:6).
De brief van Judas is gericht aan de geroepenen, die in God, de Vader,
geliefd en voor Jezus Christus bewaard zijn (Judas 1).
Wij weten nu, dat [God] alle dingen doet medewerken ten goede voor
hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn
(Romeinen 8:28).
Paulus was een geroepen apostel (Romeinen 1:1). In de eerste eeuw
werden apostelen door Jezus geroepen om Zijn boodschap te verkondigen. Hij
riep Jakobus en Johannes om Hem te volgen (Matteüs 4:21, 22).
Christenen hebben een roeping!
Een roeping hebben, betekent dat men een zinvolle levensopdracht
heeft waaraan men zich ijverig toewijdt.
Elke christen heeft een roeping van God die ons behouden heeft en
geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar zijn eigen
voornemen en de genade, die ons in Christus Jezus gegeven is vóór eeuwige
tijden (2 Timoteüs 1:9). Door genade roept God ons met een heilige roeping,
zodat wij met Hem kunnen samenwerken om Zijn doelen op aarde te
verwezenlijken!
Christenen zijn geroepen tot heiligheid. In Romeinen 1:7 zegt Paulus dat
christenen geroepen heiligen zijn. Een heilige is iemand die geheiligd is door
het offer van Christus. Deze heiliging zet hem apart voor een leven dat aan het
dienen van God volledig gewijd is.
Petrus verklaart waarom wij geroepen zijn om heilig te zijn: Maar gelijk
Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel;
er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig (1 Petrus 1:15,
16). Wij kunnen uitsluitend heilig zijn door de verlossing en heiliging die ons
door genade in Christus geschonken is.
Wij zijn geroepen tot de gemeenschap van Jezus. God is getrouw, door
Wie u geroepen bent tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze
Heer (1 Korintiërs 1:9 HSV).
In de gemeente hebben wij gemeenschap met Christus wanneer wij aan
het avondmaal deelnemen. Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de
dankzegging uitspreken, een gemeenschap met het bloed van Christus? Is niet
het brood, dat wij breken, een gemeenschap met het lichaam van Christus? (1
Korintiërs 10:16).
Wij zijn geroepen tot de vrede van God in het lichaam van Christus. En
de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt,
regere in uw harten; en weest dankbaar (Kolossenzen 3:15). En de vrede
Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten
behoeden in Christus Jezus (Filippenzen 4:7).
Het ene lichaam waarin God ons tot vrede roept is de gemeente van
Christus: En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven
al wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die
alles in allen volmaakt (Efeziërs 1:22, 23). Hij is het hoofd van het lichaam, de
gemeente (Kolossenzen 1:18).
Omdat onze roeping van God komt, is die een hemelse roeping! In
Hebreeën 3:1 worden christenen aangesproken met heilige broeders,
deelgenoten der hemelse roeping!
Deze hemelse roeping verwijst naar de goddelijke opdracht die aan
christenen is toegewezen. Onze roeping heeft een geestelijk en eeuwig doel,
namelijk: God verheerlijken door volgens de leer van Christus te leven en Zijn
boodschap van redding aan de mensen te verkondigen.
De roeping van christenen is een opwaartse roeping! Paulus schreef:
Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, maar één ding
(doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen
vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven
is, in Christus Jezus (Filippenzen 3:13, 14). In het Grieks staat: τῆς ἄνω
κλήσεως τοῦ
Θεοῦ, wat als de opwaartse roeping van God vertaald kan
worden. God roept ons naar een hoger niveau!
Dit begrip komt tot uiting in het Engelse lied: I’m press on the upward
way, New heights I’m gaining every day; Still praying as I onward bound, ‘Lord,
plant my feet on higher ground’.1
Wat betekent het om waardig onze roeping te wandelen?
Wanneer Paulus in Efeziërs 4:1 zegt dat wij waardig onze roeping
moeten wandelen, betekent dit dat wij ons op een manier moeten gedragen
die in overeenstemming is met de waarden en principes van het christelijk
geloof. Dit omvat hoedanigheden zoals nederigheid, zachtaardigheid, geduld
en liefde, die in de verzen die volgen worden genoemd.
Wij wandelen waardig onze roeping door in het licht te wandelen.
Johannes schrijft: En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben
en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien
wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis
wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht
wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en
het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde (1 Johannes 1:5 t/m
7).
Uit de duisternis tot in het licht worden wij geroepen. Gij echter zijt een
uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk
(Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de
duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: u, eens niet zijn volk, nu
echter Gods volk, eens zonder ontferming, nu in zijn ontferming aangenomen
(1 Petrus 2:9, 10).
Wij bevestigen onze roeping door geestelijk te groeien. Beijvert u
daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen;
want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen (2 Petrus 1:10). Hoe wij onze
roeping bevestigen, werd in de voorgaande verzen vermeld: Maar schraagt
om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de
deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de
volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de
broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen) (2 Petrus 1:5
t/m 7).
Wij zijn tot vrijheid geroepen. Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij
te zijn; (gebruikt) echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees,
maar dient elkander door de liefde (Galaten 5:13).
Christenen zijn geroepen om bij het goeddoen met Christus te lijden.
Want mag dát roem heten, als gij slagen moet verduren, omdat gij kwaad
doet? Maar als gij goed doet en dan lijden moet verduren, dát is genade bij
God. Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en
u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden (1
Petrus 2:20, 21).
God roept ons tot eeuwige heerlijkheid! Doch de God van alle genade,
die u in Christus geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u, na een
korte tijd van lijden, volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten (1 Petrus
5:10). Eeuwige heerlijkheid is de hoop van onze roeping die in Efeziërs 4:4
wordt genoemd.
Wat hebben wij geleerd?
Christenen hebben een heerlijke roeping, een heilige en hemelse
roeping! Wij moeten waardig onze roeping wandelen.
Wij worden tot de gemeenschap van Christus in Zijn lichaam, de
gemeente, geroepen.
Uit de duisternis tot in Gods licht worden wij geroepen.
Wij zijn geroepen om heiligen te zijn.
Wij zijn tot vrijheid geroepen.
In de gemeente worden wij tot de vrede Gods geroepen.
Christenen zijn geroepen om bij het goeddoen met Christus te lijden.
Wij worden tot eeuwige heerlijkheid geroepen.
Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing
te bevestigen (2 Petrus 1:10).
Amen.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Eindnotas:
1 Uit het lied I’m pressing on the upward way met woorden door Johnson Oatman Jr (1856-1926) en muziek door Charles Hutchinson Gabriel (1856-1932).Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)