Beproeft de Geesten
Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar
beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten
zijn in de wereld uitgegaan. Hieraan onderkent gij de Geest Gods:
iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen
is, is uit God; en iedere, die Jezus niet belijdt, is niet uit God.
En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat
hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld. Gij zijt uit God,
kinderkens, en gij hebt hen overwonnen; want Hij, die in u is, is
meerder dan die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld; daarom
spreken zij uit de wereld en hoort de wereld naar hen. Wij zijn uit
God; wie God kent, hoort naar ons; wie uit God niet is, hoort naar
ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waarheid en de geest
der dwaling (1 Johannes 4:1-6).
Geliefden,...
A. Vertrouwt niet iedere
geest.
In deze tekst worden we gewaarschuwd om
niet zomaar iedereen te vertrouwen en alles te geloven!
Gelooft niet iedere geest.
Jezus had al eerder een dergelijke waarschuwing
gegeven: Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus,
of: Hier, gelooft het niet (Matteüs 24:23).
Geliefden, vertrouwt niet iedere geest,
maar...
B. Beproeft de geesten, of zij uit God
zijn.
Welke geesten mogen we wel geloven, en welke
niet? Hoe kunnen we goede en slechte geesten
herkennen?
1. Paulus schreef: Toetst alles en behoudt het
goede. Onthoudt u van alle soort van kwaad (1 Tessalonicenzen
5:21,22).
Wel dienen wij open te staan voor iedereen,
steeds klaar om iets bij te leren. Maar we mogen niet zomaar alles
geloven. We moeten alles toetsen. Het goede moeten we behouden en
het overige verwerpen.
2. Waarom staat ‘geesten’ in deze waarschuwing?
Hoe kunnen wij een geest op de proef stellen?
Wij mogen niet uitsluitend naar uiterlijkheden
kijken. We moeten de vraag stellen: Door welke geest wordt deze
persoon bewogen? Door welke kracht gedreven?
De Geest van God waarschuwt ons voor de
dwaalgeesten: Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere
tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij
dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de
huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten
gebrandmerkt zijn (1 Timoteüs 4:1,2).
Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar
beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want
...
C. Vele valse profeten zijn in de wereld
uitgegaan.
De voorspelling van Jezus is wel uitgekomen: En
vele valse profeten zullen opstaan en velen zullen zij verleiden
(Matteüs 24:11).
Verschillende soorten dwaalleraars worden in de
Schrift genoemd.
1. We lezen over valse
christussen.
Een valse christus is iemand die valselijk
beweert Gods aangestelde Christus of Messias te
zijn.
Jezus zei: Ziet toe, dat niemand u verleide!
Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de
Christus, en zij zullen velen verleiden (Matteüs 24:5).
Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier,
gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse
profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen,
zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden
verleiden. Zie, Ik heb het u voorzegd. Indien men dan tot u zegt:
Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de
binnenkamer, gelooft het niet. Want gelijk de bliksem komt van het
oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des
mensen zijn (Matteüs 24:23-27 //Marcus
13:20-23).
2. In de brieven van Johannes lezen we over
antichristen. ‘Anti’ betekent ‘tegen’. Een ‘antichrist’ is
iemand die zich opstelt òf tegen Christus (als Zijn
vijand), òf tegenover Christus (als Zijn
plaatsvervanger).
Kinderen, het is de laatste uur; en gelijk gij
gehoord hebt, dat er een antichrist komt, zijn er nu ook vele
antichristen opgestaan, en daaraan onderkennen wij, dat het de
laatste ure is. Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons
niet; want indien zij uit ons geweest waren, zouden zij bij ons
gebleven zijn: maar aan hen moest openbaar worden, dat niet allen
uit ons zijn (1 Johannes 2:18,19).
Wie is de leugenaar dan wie loochent, dat Jezus
de Christus is? Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon
loochent. Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet.
Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader. Wat u betreft, wat gij van
den beginne gehoord hebt, moet in u blijven. Indien in u blijft,
wat gij van den beginne gehoord hebt, dan zult gij ook in de Zoon
en [in] de Vader blijven (1 Johannes
2:22-24).
Want er zijn vele misleiders uitgegaan in de
wereld, die de komst van Jezus Christus in het vlees niet belijden.
Dit is de misleider en de antichrist. Let op uzelf, dat gij niet
verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle ontvangt.
Een ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus,
heeft God niet; wie in die leer blijft, deze heeft zowel de Vader
als de Zoon (2 Johannes 7-9).
3. Zoals er valse christussen zijn, zijn er ook
valse apostelen. Een apostel is iemand die gezonden is, een
gezant. Een valse apostel is iemand die valselijk beweert dat hij
door God gezonden is.
Want zulke lieden zijn schijn-apostelen,
bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van
Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als
een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn
dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun
einde zal zijn naar hun werken (2 Korintiërs
11:13-15).
Jezus liet Johannes aan de gemeente te Efeze
schrijven: Ik weet uw werken en inspanning en uw volharding en dat
gij de kwaden niet kunt verdragen en hen op de proef gesteld hebt,
die zeggen, dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat gij
hen leugenaars hebt bevonden (Openbaring 2:2).
4. We worden ook voor valse profeten
gewaarschuwd. Een profeet was iemand die sprak door goddelijke
inspiratie. Een valse profeet is iemand die valselijk beweert dat
God door hem een boodschap heeft gegeven.
Wacht u voor de valse profeten, die in
schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige
wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen
druiven van dorens of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede
boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte
vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of
een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere boom, die geen goede
vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo
zult gij hen dan aan hun vruchten kennen (Matteüs
7:15-19).
Evenals de valse apostelen, staan valse profeten
in dienst van de satan: En ik zag uit de bek van de draak en uit
de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie
onreine geesten komen, als kikvorsen; want het zijn geesten van
duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de koningen der
gehele wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag
van de almachtige God (Openbaring 16:13,14).
5. Ook zijn er valse leraars. Een valse
leraar hoeft niet te beweren een profeet of apostel te zijn. Hij
zal zich gewoon voorstellen als iemand die een boodschap uit de
Schrift brengt. Maar eigenlijk brengt hij een menselijke boodschap
i.p.v. Gods woord.
Toch zijn er ook valse profeten onder het volk
geweest, zoals ook onder u valse leraars zullen komen, die
verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen, zelfs de
Heerser, die hen gekocht heeft, verloochende en een schielijk
verderf over zich brengend. En velen zullen hun losbandigheden
navolgen, zodat door hun schuld de weg der waarheid gelasterd zal
worden; en zij zullen uit hebzucht met verzonnen redeneringen u als
koopwaar behandelen; maar het oordeel houdt zich reeds lang met hen
bezig en hun verderf sluimert niet (2 Petrus
2:1-3).
6. Wij mogen ook niet denken dat valse leraars
alleen buiten de gemeente zijn. Onder de vele gevaren waarover
Paulus in 2 Korintiërs 11 spreekt, vinden we ook in
gevaar onder valse broeders (vers 26). Een voorbeeld
daarvan vinden we in Galaten 2:3-5. Maar zelfs Titus, die bij mij
was, werd, ofschoon hij een Griek was, toch niet gedwongen zich te
laten besnijden; en dat met het oog op de binnengedrongen valse
broeders, lieden, die waren binnengeslopen, om onze vrijheid, die
wij in Christus Jezus hebben, te bespieden, en zo ons tot slavernij
te brengen. Wij zijn voor hen geen ogenblik gedwee uit de weg
gegaan, opdat de waarheid van het evangelie ook verder bij u zou
blijven.
D. Hoe kunnen wij ons wapenen tegen al deze
gevaren?
1. We moeten de waarheid liefhebben, anders
worden we bedrogen. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds
in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog
weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem
zal de Here [Jezus] doden door de adem zijns monds en machteloos
maken door zijn verschijning als Hij komt. Daarentegen is diens
komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en
bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid,
voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid
niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.
En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen
geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet
geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de
ongerechtigheid (2 Tessalonicenzen 2:7-12).
We moeten de liefde tot de waarheid aanvaarden,
om weerstand te kunnen bieden tegen de vernuftige aanvallen van de
handlagers van de satan.
2. God heeft bepaalde mensen aan de gemeente
gegeven om ons te helpen.
En Hij heeft zowel apostelen als profeten
gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen
toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van
Christus, totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle
kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de
maat van de wasdom der volheid van Christus. Dan zijn wij niet meer
onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van
allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun
sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan
de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die
het hoofd is, Christus. En aan Hem ontleent het gehele lichaam als
een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn
geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze
groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde
(Efeziërs 4:11-16).
Tegenover allerlei wind van leer kunnen wij leren
vast te staan, door op te wassen in de kennis van God. Om ons
hiermee te helpen heeft Christus aan de gemeenten eerst apostelen
en profeten gegeven, door wie de Heilige Schrift tot stand is
gekomen. In onze tijd hebben wij evangelisten, herders en leraars,
die op basis van Gods woord de gemeente opbouwen tot volwassenheid
in de kennis van Christus.
Laten we nu onze tekst herlezen: Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan. Hieraan onderkent gij de Geest Gods: iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld. Gij zijt uit God, kinderkens, en gij hebt hen overwonnen; want Hij, die in u is, is meerder dan die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld; daarom spreken zij uit de wereld en hoort de wereld naar hen. Wij zijn uit God; wie God kent, hoort naar ons; wie uit God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling (1 Johannes 4:1-6).
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).