Nog in zonde tenzij bijbels gedoopt
Waarom erkennen wij niemand als medechristen
tenzij hij bijbels is gedoopt? Dit is inderdaad een fundamenteel
verschil tussen gemeenten van Christus en het protestantisme
waarvan de grondslag is: Redding door geloof
alleen.
Gods woord leert dat men niet gered wordt
door geloof alleen! Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt
uit werken en niet slechts uit geloof (Jakobus
2:24).
Wanneer kerken dwalen in hun reddingsleer dwalen
ze zeer, want ze geven hun leden een valse hoop op behoud waardoor
ze zich in hun verloren toestand berusten.
De protestanten zijn niet consequent want ook zij
stellen eisen behalve geloof zolang het in hun kraam past. De
meeste protestanten zijn het b.v. met ons eens dat redding
onmogelijk is zonder bekering (Handelingen 3:19) en belijdenis
(Romeinen 10:9, 10).
Wanneer echter de doop ter sprake komt, deinzen
ze terug en grijpen naar hun theologie. Waarom? De verklaring ligt
voor de hand. Ze willen Gods woord i.v.m. de doop niet
toepassen.
Eens vroeg ik een dominee in West-Vlaanderen
uitleg hierover: U hebt een theologische opleiding genoten,
kerkgeschiedenis en Grieks gestudeerd, dus weet u toch wel hoe de
doop was bij de eerste christenen. Waarom doopt u nu
anders?
Hij antwoordde: Nou, hoe men gedoopt wordt, vind
ik niet belangrijk. Geloof is wat telt.
Ik zei: Inderdaad. Geloof is wat telt. Maar
houdt geloof niet in dat wij Christus moeten geloven? Jezus zei:
Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet
gelooft, zal veroordeeld worden (Marcus 16:16). Hoe kan ik -
indien ik Jezus geloof - iemand als medechristen
erkennen tenzij hij bijbels gedoopt is?
Onder leiding van Gods Geest zei Petrus op
de Pinksterdag: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de
naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult
de gave des Heiligen Geestes ontvangen (Handelingen 2:38). Hoe kan
ik - indien ik Gods woord echt geloof - iemand als
medechristen erkennen tenzij hij zich heeft laten dopen in de naam
van Christus tot vergeving van zonden?
Paulus schreef: Want gij zijt allen zonen van
God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in
Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed (Galaten
3:26, 27). In eigen gerechtigheid kunnen wij niet voor God
verschijnen, want al onze gerechtigheden zijn als een bezoedeld
kleed (Jesaja 64:6). Om zonder schaamte voor God te verschijnen,
moeten wij met Christus bekleed zijn. En hoe bekleden wij ons met
Christus? Door de doop! Indien ik Gods woord geloof, hoe kan
ik iemand, die zich nog niet met Christus heeft bekleed, als
medechristen erkennen?
Begrijp mij niet verkeerd. De doop is geen
verdienstelijk werk - geen werk waardoor wij iets kunnen
verdienen - want door werken der wet zal geen mens
gerechtvaardigd worden (Galaten 2:16). Wij worden gered uit genade
door het geloof in Christus Jezus. De doop zelf echter is een
genadegave Gods waardoor wij met Christus verenigd worden:
Want vroeger waren ook wij verdwaasd, ongehoorzaam, dwalende,
verslaafd aan velerlei begeerten en zingenot, levende in boosheid
en nijd, hatelijk en elkander hatende. Maar toen de
goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland (en) God
verscheen, heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij
zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het
bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest
(Titus 3:3-5). Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus
Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem
begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de
doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in
nieuwheid des levens zouden wandelen (Romeinen 6:3, 4). Hoe kan ik
iemand als medechristen erkennen die door Gods Geest nog niet
vernieuwd is, die nog niet verenigd is met Christus’ dood en
opstanding om in nieuwheid des levens te wandelen?
Iemand werpt echter op: Maar wij mogen toch niet
oordelen. Wij hoeven niemand te oordelen. Allen zijn door God
reeds veroordeeld wegens hun zonden.
Wèl hebben wij als taak de mensen tot
bekering te roepen (Lucas 24:47). Niemand zal zich bekeren
voor hij inziet dat hij verloren is. De satan heeft de meeste
mensen wijsgemaakt dat ze met God in orde zijn, als ze maar ‘braaf’
zijn, of lid van eender welke kerk. Hoe ‘vromer’, hoe
‘godsdienstiger’ de mensen zijn, hoe moeilijker het voor hen is om
het in te zien en toe te geven wanneer ze ergens fundamenteel
tekort schieten. Gods Geest overtuigt de wereld van zonde (Johannes
16:8). Met het zwaard des Geestes, het woord van God, moeten wij de
mensen aan het verstand brengen dat ze verloren
zijn.
Aan verlorenen verkondigen wij een heerlijke
boodschap van redding door Gods genade. Zoals Jezus predikte, zo
prediken wij: Bekeert u en gelooft het evangelie (Marcus 1:15).
Zoals Petrus predikte, prediken wij ook: Bekeert u en een
ieder van u late zich dopen (Handelingen 2:38). De doop is niet
facultatief.
Maar wat van iemand die op een onbijbelse
wijze werd gedoopt? Onder protestanten wordt de doop doorgaans niet
zo nauw genomen. Als men maar een of ander ‘doopsel’ heeft
meegemaakt, zijn velen al tevreden. Bij de ‘Wereld Raad’ zijn er
kerken aangesloten die geen enkele vorm van doop toepassen! Anderen
menen dat een doop geldig is als de uiterlijke vorm maar juist is.
Als men ondergedompeld werd, is men in orde. Ze stellen geen
eisen i.v.m. het doel van de doop of de geestelijke houding van de
dopeling.
Op de dag des oordeels echter wordt niemand
geoordeeld op basis van kerkelijke leerstellingen, maar op basis
van het woord van Christus (Johannes 12:48). Jezus leerde dat
aanbidding op basis van menselijke leerstellingen volstrekt
waardeloos is (Matteüs 15:9).
Een onbijbelse doop is gewoonweg geen
doop, evengoed als een valse pas geen pas is, en een vals
bankbiljet geen geld.
Het zou van ons liefdeloos zijn om iemand
als medechristen te erkennen wanneer hij niet bijbels is gedoopt.
Dan stellen wij hem gerust in zijn verloren toestand. Uit liefde
brengen wij hem de boodschap van heil door het bloed van Christus.
Bekeer u en geloof het evangelie. Geloof in Jezus en laat u dopen
tot vergeving van uw zonden. Wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u
dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam
(Handelingen 22:16).
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).