Maak je geen zorgen. Wees gelukkig!

Rond 1990 wandelden Rita en ik ’s nachts door de smalle straten van een dorp in Duitsland toen twee tienerjongens ons voorbij slenterden aan het zingen, “Don’t worry. Be happy.”

Dit refrein uit het lied van Bobby McFerrin verwoordt twee leerstellingen van Christus. “Weest niet bezorgd over uw leven” (Matteüs 6:25) en “Verblijdt u en verheugt u” (Matteüs 5:12).

Dit betekent niet dat wij geen problemen hebben. Zoals Bobby McFerrin zingt: “In every life we have some trouble. When you worry you make it double.” (Iedereen heeft problemen. Door bezorgdheid worden ze verdubbeld.)

Christenen verheugen zich in God en werpen hun zorgen op Hem.

Maak je geen zorgen! Don’t worry!

“Worry” is overdreven bezorgdheid.

“Weest niet bezorgd over uw leven” (Matteüs 6:25). “Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het” (Spreuken 12:25).

Christenen hoeven zich geen zorgen te maken doordat God heeft beloofd: “Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten” (Hebreeën 13:5). “Vernedert u dan onder de machtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd. Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u” (1 Petrus 5:6, 7).

Men moet een onderscheid maken tussen gezonde zorg hebben en buitensporig bezorgd zijn. Een gevoelsmatige betrokkenheid bij problemen is niet verkeerd. Die kan tot constructief handelen leiden. Paulus droeg “de zorg voor al de gemeenten” (2 Korintiërs 11:28).

Het verschil is echter groot tussen over een probleem nadenken en over een probleem tobben. De bezorgdheid die wij moeten vermijden, gaat gepaard met een gevoel van ontzetting en benauwdheid dat negatief, depressief, aftakelend en verlammend is.

Vele bezorgdheden komen uit het materialisme. Wij maken ons zorgen wanneer wij materiële dingen te belangrijk vinden. Jezus legde uit: “Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon. [Mammon is de god van het geld.] Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven?” (Matteüs 6:24 t/m 26).

Wanneer wij zien hoe rijkelijk God voor het leven op aarde zorgt, weten wij dat Hij ook voor ons zal zorgen. “Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad” (Matteüs 6:32 t/m 34).1 Bezorgdheid trekt de wolken van morgen over de zonneschijn vandaag.

Door op Gods voorzienigheid te vertrouwen, kunnen wij het leven nemen zoals het komt. Jezus verloochent niet dat wij problemen hebben. Hij zegt gewoon dat wij die dag per dag moeten behandelen. Iedere dag geeft God ons het nodige voor die dag. Jezus zegt dat wij moeten bidden, “Geef ons elke dag ons dagelijks brood” (Lucas 11:3).

Ook Paulus zegt dat wij moeten bidden i.p.v. bezorgd te zijn: “Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God” (Filippenzen 4:6). Door te bidden en onze zegeningen te tellen, kunnen wij onze problemen in een juiste perspectief stellen.

Ooit zag ik een grappig muurbordje: “Why pray when you can worry?” (Waarom bidden als je tobben kunt?)

Overdreven bezorgdheid levert niets op. Als je over een probleem iets kunt doen, doe het maar. Als je daarover niets kunt doen, draag het in gebed aan God over.

Wees gelukkig! Be happy!

God wil dat wij gelukkig zijn. “Verblijdt u en verheugt u” (Matteüs 5:12). “Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u” (1 Tessalonicenzen 5:16 t/m 18).

In Christus hebben wij de vreugde van het heil. Nadat de gevangenbewaarder te Filippi gedoopt werd, verheugde hij zich “dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was” (Handelingen 16:34). Nadat de kamerling uit Ethiopia door Filippus gedoopt werd, vervolgde hij zijn weg met blijdschap (Handelingen 8:39).

“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen [in het geloof] tot deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods” (Romeinen 5:1, 2). Wij roemen “in God door onze Here Jezus [Christus], door wie wij nu de verzoening ontvangen hebben” (Romeinen 5:11).

De blijdschap die in het hart van een christen woont, sluit verdriet niet uit. “Weest blijde met de blijden, weent met de wenenden” (Romeinen 12:15). “Jezus weende” zelfs toen Hij wist dat Hij Lazarus zou opwekken (Johannes 11:35). Maar door verdriet worden wij nooit verslagen.

Zelfs in het donkerste uur kunnen wij innerlijk geluk hebben doordat wij hoop hebben. De opstanding van Christus is het fundament van onze hoop op eeuwig leven.

“Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop, tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd. Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus. Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen” (1 Petrus 1:3 t/m 9).

Zelfs bij vervolging kunnen wij ons verheugen: “Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. Verblijdt u en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij de profeten vóór u vervolgd” (Matteüs 5:11, 12).

“Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten en wanneer zij u uitstoten, en smaden en uw naam als slecht verwerpen ter wille van de Zoon des mensen. Verblijdt u te dien dage en springt op van vreugde, want, zie, uw loon is groot in de hemel; immers, op dezelfde wijze hebben hun vaderen met de profeten gehandeld” (Lucas 6:22, 23).

Petrus legt uit: “Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid” (1 Petrus 4:12, 13).

Jezus zegt aan Zijn volgelingen: “Verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen” (Lucas 10:20). Wij verheugen ons dat een plaats voor ons in het vaderhuis door Jezus wordt voorbereid (Johannes 14:1 t/m 3, 27, 28).

“Overigens, mijn broeders, verblijdt u in de Here!” (Filippenzen 3:1). “Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!” (Filippenzen 4:4).
Don’t worry. Be happy.

Roy Davison

1 Zie ook Lucas 12:22-31.

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Published in The Old Paths Archive
http://www.oldpaths.com