Hoe herkent men een sekte?
De massa-zelfmoord van 913 volgelingen van Jim Jones in Guyana op 18 november 1978
maakte duidelijk hoe onredelijk en gevaarlijk bepaalde bewegingen kunnen zijn.
Men is het echter lang niet eens over de kenmerken van sekten. Wat is het verschil tussen
een onschuldige groep en een gevaarlijke sekte? Mensen geven verschillende antwoorden op deze
vraag, afhankelijk van hun eigen uitgangspunt.
Een communist beschouwt alle vormen van godsdienst als bijgeloof en als schadelijk voor
de maatschappij. Hij ziet echter niet in dat zijn eigen systeem vele kenmerken heeft van 'sekten'.
Marx en Lenin zijn de grote onfeilbare Leiders. Het dialectisch materialisme (de
wereldbeschouwing van het marxisme) is de grote Kracht, die alles in de juiste richting moet
leiden. Geweld en dwang worden aangewend om tegenstanders uit te schakelen en om te heersen.
Alle middelen worden als toelaatbaar beschouwd, als ze de zaak maar bevorderen. Hun eigen
mensen worden zo veel mogelijk van de buitenwereld afgezonderd en via scholen en media d.m.v.
ideologische propaganda gemanipuleerd.
Een Rooms-Katholiek is geneigd alle niet-katholieke kerken toch enigszins als 'sekten' te
beschouwen, hoewel een onderscheid wordt gemaakt tussen echt gevaarlijke en minder erge
groepen. Hij beschouwt ze als opstandelingen tegen de éne ware moederkerk. Maar hij ziet niet
in dat vele kenmerken van sekten zeer sterk in de Rooms-Katholieke Kerk zelf aanwezig zijn.
Het valt een niet-katholiek al meteen op dat de ergste sekten dikwijls grote
overeenkomsten tonen met de Rooms-Katholieke Kerk! Ze zijn hiërarchisch georganiseerd met
één man aan de top. Deze grote man wordt door de leden bijna als een god vereerd. Hij wordt met
pracht en praal rondgeleid en rijdt in een imposant voertuig. Uit hoofde van zijn 'positie' mag hij
in weelde leven, terwijl van zijn volgelingen grote offers worden gevraagd. Dikwijls wordt hij
'Vader' genoemd en als onfeilbaar beschouwd. Men beperkt zich niet tot godsdienstige
activiteiten: wereldse macht wordt ook gebruikt. Allerlei middeltjes worden verzonnen om aan
geld te komen. Sommige sekten lijken veel op kloosters of, erger nog, op slotkloosters.
Een maatstaf is nodig
De enige oplossing is ergens een betrouwbare maatstaf te vinden waarnaar verschillende
groeperingen en bewegingen getoetst kunnen worden.
Is grootte een geldige maatstaf? Indien wel, dan is de Rooms-Katholieke Kerk in België
geen sekte, maar de Mormoonse wel. In de staat Utah echter (in Amerika), waar er vele
Mormonen zijn en slechts weinige Katholieken, zou het net andersom zijn! Neen, grootte is geen
geldige maatstaf. Men mag een groep niet als sekte bestempelen alleen omdat die klein is.
Evenmin gaat een grote groep zomaar vrijuit.
Wat zijn dan wel betrouwbare maatstaven? In dit artikel zullen wij het probleem uit twee
gezichtspunten beschouwen: het maatschappelijke en het christelijke.
Algemene erkende normen
Ongeacht welk geloof men heeft, of welke filosofische of politieke overtuiging, zijn er
toch bepaalde algemene normen waarnaar men een beweging kan toetsen. Ondanks de vele
afwijkingen, bestaat er onder de mensen toch zo iets als een algemeen besef van goed en kwaad.
Wanneer 900 mensen gezamenlijk zelfmoord plegen, zullen weinigen hun beweging als
goed bestempelen. Het eindresultaat in dat geval was duidelijk slecht. Maar welke slechte
eigenschappen van die beweging brachten haar tot deze massa-zelfvernietiging?
De volgelingen van Jones waren in feite gevangenen. Verschillende vormen van dwang,
het gebruik van wapens inbegrepen, werden aangewend om te verhinderen dat iemand kon
ontsnappen.
Wanneer een systeem mensen tot gevangenen of slaven maakt, is het een slecht systeem.
Mensen mogen niet lichamelijk opgesloten worden, achter een ijzeren gordijn, of in een commune,
of in een klooster.
Maar geestelijk mogen de mensen ook niet opgesloten worden. Het geestelijk opsluiten
of isoleren is soms moeilijker te herkennen. Een minderheidsgroep moet haar aanhangers op de
een of andere wijze afzonderen om ze te kunnen opsluiten (lichamelijk afzonderen om ze
lichamelijk te kunnen opsluiten, of geestelijk afzonderen om ze geestelijk te kunnen opsluiten).
Voor een meerderheidsgroep is dat niet altijd nodig. Familiale en sociale druk zijn soms al
voldoende om mensen onder een dwang te zetten, zodat ze niet durven weg te gaan. Velen volgen
de uiterlijke vormen van een godsdienst, hoewel ze zelf daar niet in geloven, alleen om hun ouders
en familie tevreden te stellen.
Ik ken een geval van een jongen van ongeveer 22 jaar die, omdat hij de Rooms-Katholieke
Kerk verliet, door zijn ouders letterlijk uit het huis werd gesloten. Liet men hem toch binnen, dan
werd er voor hem geen eten gekookt en was er voor hem geen plaats aan tafel. Zijn ouders
praatten niet met hem en deden alsof hij niet aanwezig was.
Door de zogenaamde 'heilige' inquisitie gebruikte de Rooms-Katholieke Kerk de staat om
mensen te dwingen in die kerk te blijven, of als ze in hun 'dwaling' bleven volharden, hen te
liquideren.
Alle groeperingen die zich van dergelijke middelen bedienen om slaven van mensen te
maken, zijn gevaarlijke sekten.
Jones eiste van zijn volgelingen blinde en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Ook
bepaalde politieke 'sekten' passen deze regel toe. Denk maar eens aan de 'sekte' van Hitler.
Doordat hun volgelingen in onvoorwaardelijke gehoorzaamheid getraind waren, konden zowel
Jones als Hitler hun aanhangers met zich meesleuren in het verderf.
Wanneer een systeem blinde en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid opeist, worden de
mensen beroofd van hun fundamentele hoedanigheid van vrije wezens. Zij stellen zich dan bloot
aan misbruik door hun leiders en zijn in staat ongelooflijk walgelijke dingen te doen.
Gehoorzaamheid aan rechtmatige gezaghebbers (b.v. ouders, leraars, werkgevers en
regering) wordt hiermee niet bedoeld. Waar het gevaar schuilt, is in de 'blinde en
onvoorwaardelijke' gehoorzaamheid. Mensen in verantwoordelijke posities mogen verwachten
dat wij hen gehoorzamen, maar niet dat wij hen blind en onvoorwaardelijk gehoorzamen.
Een groep die er oneerlijke en slinkse praktijken op nahoudt (dikwijls om aan geld te
komen) is volgens algemene normen af te keuren. Op de parking van een grootwarenhuis
drukte een jonge man mij een boek in de hand en zei, 'Mijnheer, dit boek wordt gratis uitgedeeld
aan mensen die deze winkel bezoeken.' Maar vervolgens vroeg hij een 'bijdrage' ter dekking van de
'onkosten'. Deze loopjongen van de Hare Krishna-beweging was op twee punten oneerlijk. Hij
wekte de indruk dat zijn boek iets met de winkel te maken had en hij zei dat het gratis was, terwijl
hij er geld voor vroeg. Toen hij van mij niets kreeg, wilde hij het boek dan ook terughebben. (Het
boek moest hij zelf aan zijn oversten betalen, of hij er iets voor kreeg of niet.)
De inwoners van een stad in West-Vlaanderen werden via de krant uitgenodigd om een
'natuurwandeling' te maken. Toen de deelnemers midden in een bos waren gekomen, maakten de
leiders van de wandeling bekend dat zij Zevende-dags Adventisten waren, en begonnen hun
boodschap aan de natuurwandelaars te verkondigen! De aanwezigen voelden zich bedrogen, en
terecht.
En wat van een kerk die aflaten verkoopt waardoor men zogezegd van de gevolgen van
zijn zonden vrijgesproken kan worden. Is zo iets stichtend en oprecht? Grotendeels door de
verkoop van aflaten werd de St.Pieterskerk te Rome gebouwd!
Groeperingen die dergelijke oneerlijke praktijken toepassen, zijn duidelijk af te keuren.
Godsdiensten die mensenoffers brengen, of die aansporen tot moord, tot oorlog, of tot
onzedelijkheid kunnen door ieder weldenkend mens afgekeurd worden. Er is nog meer waarover
wij zouden kunnen uitweiden.
Merk op dat dergelijke misbruiken niet beperkt zijn tot de een of andere godsdienstige of
politieke richting. Zowel links als rechts, en onder allerlei soorten godsdiensten kan men
voorbeelden van dergelijke misbruiken vinden.
Christelijke normen
Naast de algemene waarden van goed en kwaad, heeft een christen andere maatstaven. Hij
erkent Jezus als de Zoon van God en hij gelooft dat God door de Heilige Schrift normen heeft
bekendgemaakt.
Van Dale definieert 'sekte' als volgt: "de gezamenlijke aanhangers van een, inz.
godsdienstige, gezindheid die op bepaalde punten afwijkt van een meer oorspronkelijke waaruit
zij is voortgekomen."
Een christen vraagt zich niet alleen af of de methoden en praktijken van een beweging in
het algemeen goed of slecht te noemen zijn. Hij wil ook weten of de praktijken en leerstellingen
van een bepaalde groep in overeenstemming zijn met de oorspronkelijke leer van Christus!
Deze vraag is enigszins moeilijker te beantwoorden omdat het hier om waarheid en
waarachtigheid gaat. Maar anderzijds heeft een christen het voordeel dat hij een geschreven norm
bezit, waarnaar hij alles kan toetsen.
Iemand zal misschien de vraag stellen: Hoe kan de Schrift een christen helpen
groeperingen te toetsen, wanneer het doorgaans juist gaat om verschil van mening over wat de
Schrift leert?
Het antwoord is eenvoudig. Verschil van mening is er niet in de eerste plaats over wat de
Schrift leert, maar over wat de Schrift niet leert. Door te lezen wat de Schrift wel leert, komen
er heus wel vele duidelijke normen naar voren, waarnaar men groeperingen kan toetsen.
In deze beschouwing zal ik mij beperken tot zaken die in de Schrift zeer concreet en
duidelijk worden onderwezen.
1. Godsdiensten die Jezus niet erkennen als de Zoon van God, kunnen de mensen niet tot
God brengen. Jezus zei: "Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader
dan door Mij" [Johannes 14:6].
2. Godsdiensten die Jezus wel erkennen, maar dan slechts als de zoveelste profeet in een
reeks gelijksoortige profeten, zijn valse godsdiensten. Volgens Hebreeën, hoofdstuk 1, is Jezus
de afdruk van Gods wezen, boven alle mensen en engelen. In Handelingen 4:12 zegt Petrus: "En
in niemand anders is de behoudenis; want er is ook onder de hemel geen andere naam onder
mensen gegeven waardoor wij behouden moeten worden."
3. Jezus zelf heeft voorspeld dat vele sekten zouden ontstaan. In Marcus 13:6 spreekt
Jezus tot zijn volgelingen: "Kijkt u uit dat niemand u misleidt. Velen zullen komen onder mijn
naam en zeggen: Ik ben het, en zij zullen velen misleiden." [Zie ook 2 Petrus 2:1-3; 2 Johannes
7-11 en 2 Timoteüs 4:3,4.]
4. Jezus heeft zijn volgelingen tegen valse leraars en profeten gewaarschuwd. Hij heeft ook
bepaalde karakteristieken genoemd, waaraan ze herkend kunnen worden. Natuurlijk heeft niet
iedere valse leraar alle kenmerken, maar indien iemand zelfs maar één heeft, is dat al voldoende
om hem kenbaar te maken.
5. Een valse leraar kondigt zich niet aan met een: "Dag, mijnheer, Ik ben een valse leraar."
Uiterlijk stellen valse profeten zich voor als dienaren der gerechtigheid. Trouwens, zo stelt de
satan zich ook voor! Daarom moet men verder kijken om een valse leraar als zodanig te kunnen
onderscheiden. [Zie Matteüs 7:15-20; Romeinen 16:17,18; 2 Korintiërs 11:13-15.]
6. In Matteüs 7:15-20 zegt Jezus dat wij valse profeten aan hun vruchten kunnen
herkennen: "Past u op voor de valse profeten, die tot u komen in schapevachten, maar van binnen
zijn zij roofzuchtige wolven. Aan hun vruchten zult u hen kennen."
7. Wie zich in geestelijke zin 'vader' of 'leermeester' laat noemen, is geen volgeling van
Christus. In Matteüs 23:8-10 zegt Jezus: "U echter, laat u niet rabbi noemen; want één is uw
Meester, en u bent allen broeders. En noemt niemand uw vader op de aarde, want één is uw
Vader: de Hemelse. Laat u ook niet leermeesters noemen, want één is uw Leermeester: de
Christus." Zowel de Rooms-Katholieke Kerk als vele andere sekten hebben leiders die 'Vader'
genoemd worden. In vele oosterse godsdiensten heeft men een grote leermeester, van wie al de
anderen het moeten hebben. Maar voor een christen is God zijn enige Vader, en Christus zijn
enige Leermeester.
8. Bedrieglijke wonderen worden door valse profeten verricht [Deuteronomium 13:1-3;
Matteüs 7:22,23; Matteüs 24:24; Marcus 13:21-23; 2 Tessalonicenzen 2:5-12]. Denk maar aan
Lourdes en de verhaaltjes van de pinksterbeweging.
9. Groeperingen die een gezagsorganisatie hebben, zijn niet van Christus. In Matteüs
20:25,26 zegt Jezus aan zijn volgelingen: "U weet, dat de oversten van de volken over hen
heersen en de groten gezag over hen voeren. Zo zal het onder u niet zijn." De gemeente van
Christus mag geen organisatie hebben, waar gezag wordt uitgeoefend zoals bij wereldse
regeringen. Eén van de duidelijkste kenmerken van vele sekten is hun sterk centraal gezag. De
Rooms-Katholieken hebben hun paus. De Getuigen van Jehova hebben hun president en het
Wachttorengenootschap. De Mormonen hebben hun profeet en hun 12 'apostelen'. De Adventisten
hebben een zeer sterk centraal bestuur. Armstrong diende als profeet en leider in zijn 'Kerk van
God'. Denk aan Moon en Lauw en ga zomaar door. Traditionele protestantse kerken hebben ook
hun synodes, bonden en centrale comités, die voor hun leden reglementen en wetten samenstellen.
10. Wie zegt "De tijd is nabij" (behalve in de zin dat dit al 19 eeuwen geleden kon gezegd
worden: b.v. Openbaring 22:10) is een valse profeet. In Lucas 21:8 waarschuwt Jezus: "Kijkt u
uit dat u niet wordt misleid. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben het; en:
De tijd is nabij gekomen. Gaat hen niet achterna." Vele sekten menen op een of andere wijze te
weten dat het einde van de wereld nabij is. Maar Jezus zegt in Matteüs 24:35,36 dat niemand
behalve de Vader weet wanneer die dag zal aanbreken. Hij waarschuwt ons voor mensen die
beweren dat zij het wel weten: "Gaat hen niet achterna."
11. Wie een voorspelling doet, die niet uitkomt, is een valse profeet [Deuteronomium
18:21,22]. Dit is zo vanzelfsprekend, dat het wonderlijk is, hoe de mensen zich telkens weer
kunnen laten misleiden. De Getuigen van Jehova, de Adventisten, Armstrong en Hal Lindsey e.a.
hebben voorspellingen gemaakt die kennelijk niet zijn uitgekomen. Maar ze staan dan weer klaar
met andere voorwendsels en nieuwe voorspellingen die de oude moeten vervangen.
12. Wie doden of geesten raadpleegt, is niet een dienaar van God [Jesaja 8:19,20].
13. Wie christenen reglementen inzake eten en drinken oplegt is een valse leraar
[1 Timoteüs 4:1-7; Kolossenzen 2:16-17; Hebreeën 13:9; Marcus 7:19]. De enige uitzondering
hierop is dat christenen geen bloed of gestikt vlees mogen eten [Handelingen 15:19,20; 28,29;
21:25].
14. Wie geboden uit het Oude Testament aan christenen oplegt (zoals het houden van de
sabbat, of het geven van een tiende, of andere zaken die in het Nieuwe Testament niet vervat zijn)
is een valse leraar [Kolossenzen 2:4-19; Titus 3:8-11; Efeziërs 2:14-16].
15. Wie het huwelijk verbiedt, is een valse leraar [1 Timoteüs 4:1-7].
16. Wie het woord van God tegenspreekt, is een valse leraar [Deuteronomium 13:1-3;
Jesaja 8:19,20; Romeinen 16:17,18].
17. Wie menselijke geboden, leerstellingen en tradities verkondigt, is een valse leraar
[Matteüs 15:8,9; Galaten 2:3,4; Kolossenzen 2:4-19; Titus 1:10-16].
18. Wie de Schriften verdraait, is een valse leraar [2 Petrus 3:16-18].
Vooral op dit laatste punt dienen wij goed te letten. Valse leraars en profeten verdraaien
de Schrift. Ze houden zich graag bezig met moeilijke teksten, want die zijn gemakkelijker te
verdraaien.
Een volgeling van Christus heeft daarom een grote verantwoordelijkheid om zelf met
oprechtheid de Schrift ernstig te onderzoeken om schriftmisbruik te kunnen herkennen. Wie de
Schrift niet goed kent, wordt gemakkelijk op een dwaalspoor gebracht door iemand die de Schrift
op een misleidende wijze interpreteert.
Men moet ook oppassen voor centrale bronnen van 'officiële' uitleg. De Rooms-Katholieke
Kerk maakt er aanspraak op de Schriften voor de mensen 'uit te leggen'. Hun uitleg dient men dan
eenvoudigweg zonder bedenkingen te aanvaarden. Hetzelfde geldt voor de Getuigen van Jehova,
die via hun tijdschriften en boeken de 'juiste uitleg' van de Schrift geven. In Armstrongs tijdschrift
'De Echte Waarheid' (januari 1983) beweerde hij dat men uitsluitend door zijn tijdschrift tot de
echte waarheid kan komen (vandaar de benaming!).
Valse leraars halen bijbelteksten aan geheel uit hun verband. Wanneer een tekst wordt
aangehaald, zoek de tekst op in de bijbel en lees gans het verband.
Valse leraars geven ook tal van onbewezen verklaringen naast teksten die ze aanhalen.
Men moet leren onderscheid te maken tussen wat echt in de aangehaalde tekst staat, en wat
zonder enigerlei bewijs botweg door de schrijver wordt beweerd of verklaard!
Het is niet mogelijk in een kort artikel alle aspecten van het probleem te belichten. Als u
een volledige gids wenst, waarmee u sekten kunt onderkennen, bestudeer de Heilige Schrift!
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit
de Nieuwe Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951
(tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)