“Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid” (Hebreeën 13:8).

“Het woord van onze God houdt eeuwig stand”
(Jesaja 40:8).

Jezus zei: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan” (Matteüs 24:35).

De sterrenstelsels disintegreren. Onze lichamen verouderen en sterven. Alle zichtbare dingen gaan voorbij. Daarom is het dat “wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig” (2 Korintiërs 4:18).

Daar God eeuwig is, is Zijn woord ook eeuwig. “Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig” (Psalm 119:160).

In Jesaja, hoofdstuk 40 wordt Gods boodschapper bevolen om te roepen. (Een boodschap van God mag niet met verlegenheid uitgesproken worden. De Schepper van het heelal staat er achter!)

“Hoor, iemand zegt: Roep. En de vraag klinkt: Wat zal ik roepen?” (Jesaja 40:6). Het antwoord luidt: “Alle vlees is gras, en al zijn schoonheid als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af, als de adem des HEREN daarover waait. Voorwaar, het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand” (Jesaja 40:7, 8).

De eeuwigheid van Gods woord staat tegenoer de kortheid van het leven. Ons leven gaat zo voorbij. “Gij zijt een damp, die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt” (Jacobus 4:14). Iedere dag brengt ons één dag dichter bij de dag van onze dood.

Toch moest goed nieuws vanuit Jeruzalem verkondigd worden: “Klim op een hoge berg, vreugdebode Sion; verhef uw stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem; verhef ze, vrees niet; zeg tot de steden van Juda: Zie, hier is uw God!” (Jesaja 40:9),

Wat is dit goed nieuws dat van Jeruzalem uitgaat? Jezus kwam tot de steden van Juda en zei aan Zijn volgelingen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien iemand mijn woord bewaard heeft, hij zal de dood in eeuwigheid niet aanschouwen” (Johannes 8:51). “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven” (Johannes 5:24).

Dat is echt goed nieuws! Door in God te geloven en het woord van Christus te gehoorzamen, kan men eeuwig leven. Door de waarheid te gehoorzamen, wordt men gereinigd en geestelijk wedergeboren: “Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief, als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God. Want: Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras; het gras verdort en de bloem valt af, maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is” (1 Petrus 1:22 t/m 25).

“De wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Johannes 2:17).

Wij moeten onze stemmen verheffen en de mensen vertellen dat zij, door Gods woord te gehoorzamen, eeuwig kunnen leven.

Er is geen reden om verlegen te zijn. Met Paulus mogen wij zeggen: “Ik schaam mij het evangelie niet; want het is Gods kracht tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek” (Romeinen 1:16 RD). Jezus waarschuwde: “Want wie zich voor Mij en voor mijn woorden schaamt in dit overspelig en zondig geslacht, de Zoon des mensen zal Zich ook voor hem schamen, wanneer Hij komt in de heerlijkheid zijns Vaders, met de heilige engelen” (Marcus 8:38).

Wij zullen door het woord van Christus geoordeeld worden. Jezus zei: “Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft één, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage” (Johannes 12:48).

Op de dag des oordeels hoeveel waard zullen alle theologische boeken op aarde zijn? Samen met de aarde worden zij door het vuur verteerd, maar “Het woord van onze God houdt eeuwig stand” (Jesaja 40:8). Gods woord zal er nog zijn om ons te oordelen, nadat de hemelen en de aarde zijn voorbijgegaan (2 Petrus 3:10 t/m 13).

Maar dat zelfde woord is ook het woord van het leven. Toen Jezus Zijn populariteit met de grote menigte verloor omdat zijn leerstellingen bij hen niet in de smaak vielen, vroeg Hij zijn discipelen of zij ook zouden weggaan. Petrus antwoordde: “Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven” (Johannes 6:68). Jezus had hen net gezegd: “De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven” (Johannes 6:63). Jezus is het “Woord des levens” (1 Johannes 1:1).

Na de oprichting van de gemeente, werden de apostelen bevolen: “Gaat heen, gaat in de tempel staan en spreekt tot het volk al deze woorden des levens” (Handelingen 5:20).

Later reisden Paulus en Barnabas rond om het goed nieuws over eeuwig leven in Christus te verkondigen. Bepaalde Joden hebben de boodschap verworpen. “Maar Paulus en Barnabas zeiden vrijmoedig: Het was nodig, dat eerst tot u het woord Gods werd gesproken, doch nu gij het verstoot en u het eeuwige leven niet waardig keurt, zie, nu wenden wij ons tot de heidenen. Want zo heeft ons de Here geboden: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij tot heil zoudt zijn tot aan het uiterste der aarde. Toen nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord des Heren; en allen, die bestemd waren ten eeuwigen leven, kwamen tot geloof; en het woord des Heren verbreidde zich door het gehele land” (Handelingen 13:46 t/m 49).

Het woord van God is geen dode letter. Het is “levend en krachtig” (Hebreeën 4:12). Hoewel ons vlees als gras verdort, door het levende en krachtige woord van God kunnen wij eeuwig leven. Laten wij het “woord des levens” vasthouden (Filippenzen 2:16).

“Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid” (Hebreeën 13:8). Jezus zei: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan” (Matteüs 24:35). “Het woord van onze God houdt eeuwig stand” (Jesaja 40:8).

Gelooft in Christus, hebt brouw, belijdt uw geloof en wordt gedoopt tot vergeving van uw zonden (Marcus 16:16; Handelingen 2:38; Romeinen 10:9, 10). In Christus kan u dan voor eeuwig leven.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Naar inhoudstabel
Naar volgende lezing

Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)